Zaterdag 23 mei, En un lugar en La Mancha

Ik schrijf vanuit een habitación en un lugar en La Mancha, Ruidera. Hier kon Don Quijote hebben geleefd, maar ik denk dat Argamasilla de Alba zich de grootste rechten van de geboorte van Don Quijote kan toeëigenen. Alonso Quijano "El Bueno" is alleen te zien in Argamasilla. Rond 8.30 uur opgestaan en afscheid genomen van Rob, Corry, Paul en Sabine. De tocht ging via ARANJUEZ, Ocaña, Quintanar de la Orden, Venta de El Toboso, El Toboso, Campo de Criptana, Alcázar de San Juan, Herencia, Puerto Lápice, Villarta de San Juan, Argamasilla de Alba en Castillo de Peñarroya naar Ruidera. Fictie werd vandaag realiteit. Mijn hospes is een Teresa Panza. Haar dochter, Segunda, gewoon een leuke, vlotte Spaanse. Puerto Lápice is een echte pleisterplaats van voorbijkomende reizigers. Ik sprak in de Venta del Quijote met een Argentijn, op weg van Sevilla naar Madrid.

ARANJUEZ

Paleis van de Spaanse koninklijke familie. De beelden spreken hun eigen taal.

El Toboso

Na een kleine 3000 kilometer bereik ik El Toboso rond 14.00 uur. Een moment waarop het hele dorp is ingeslapen. Ik parkeer mijn auto bij de kerk en het ayuntamiento. Vóór mij zie ik de gietijzeren beeltenissen van Alonso Quijano, Don Quijote, "El Bueno", en Aldonza Lorenzo, Dulcinea. Ik zet mij rechts neer van de Ridder van de Droevige Figuur en kijk naar het gezicht van Aldonza. Nog een keer lees ik mijn tussenrapportage over de "selffullfilling prophecy", "transformatie", "Human Resources Management" en "Organisatie-ontwikkeling". Enige tijd later zal ik in Argamasilla de Alba zien dat het beeld van Dulcinea een opmerkelijke gelijkenis vertoont met iemand die ik goed ken. Ik kijk naar Aldonza en realiseer mij dat ik naast een beeld zit en vóór een beeld. Beelden die ik een inhoud heb toegekend, voortgekomen uit mijn fantasie. Zoals Alonso Quijano zich de Amadís van Gallië waande, waande ik mij Quijote. Ik bén niet langer meer Don Quijote. Ik zit ernaast.

Quijano zit gehurkt, met beide benen op de grond, maar laat zich leiden door zijn ideeën en is niet in staat contact te leggen met zijn geliefde. Het is doodstil in El Toboso. Ook La Casa de Dulcinea is gesloten. De deur is dicht. Was zij niet werelds? Kijk eens wat Sancho over haar vertelde. Ik heb afscheid genomen van een idee-fixe en het idee laten overgaan in pure realiteit. De realiteit van de afspraken. De realiteit van de communicatie. De realiteit van elkaar precies laten weten wat je doet en elkaar op de hoogte houden. De realiteit van investeren, investeren in de toekomst. De realiteit van gesprekken en afspraken bevestigen. Zo gaat dat in deze tijd.

Hoewel......

Ik heb mijn brief gepost en bestijg mijn Mazda 'Rocinante'.

Langzaam verlaat ik het dorp. De weg is smal, alleen een boer kom ik tegen. Juan Haldudo? De weg is geplaveid met gaten. Het gebied is glooiend. De grond kaal maar zorgvuldig bewerkt. De smalle weg eindeloos.... Overal stukken rots en hier en daar partijen met bomen en struiken. De horizon lijkt eindeloos ver weg.......

Campo de Criptana

Dan, na een bocht, doemen er vele windmolens op, boven op een heuvel. Eenieder gaat eraan voorbij, want ze staan er al zo lang. Machtige molens zijn het. Wel getemd. Hun machtige armen zijn stevig vastgebonden om te voorkomen dat ze in de stevige wind, die over het barre landschap van La Mancha woedt, de molens in beweging brengt. Ik heb mijn Rossinant onder aan de heuvel neergezet, in de hete zon. Mijn moderne ros is niet meer in staat om aan te vallen. Om de steile helling te bespringen en mij met lans en al de lafbekken van reuzen te laten aanvallen moet ik op eigen kracht de gortdroge helling bestijgen. Ik kijk, zie de molens, loop terug en voer mijn ros over de rotsachtige paadjes naar het hoogste punt van Campo de Criptana. Neem een hap van een stuk chorizo en een droog stuk brood en denk aan Sancho Panza. Een groot leger lijken ze nu, die molens. Ik sta oog in oog met deze monsters van de natuur, die er al meer dan 500 jaar voor zorgen dat de burgers van Campo de Criptana hun droge brood kunnen eten. Ik bestijg weer mijn ros en laat de reuzen achter.

Reuzen?

Nee, windmolens.

Ik heb ze slechts bekeken, zoals Sancho Panza, en erbij gegeten.

Vervolgens gaat de weg via Alcázar de San Juan

en Herencia naar Puerto Lápice.

Alle tochten van Don Quijote beginnen en eindigen op dit kruispunt van wegen. 'La Venta', de herberg waar Alonso Quijano zich tot ridder liet slaan, waar hij de wake hield en waar zich de meeste vermakelijke taferelen afspeelden, de herberg die don Quijote voor een kasteel hield was hier. Ik heb het boek van 'Azorín', 'La Ruta de don Quijote' erop nageslagen en volgens hem bestaat er in het geheel geen Venta de don Quijote. Desondanks rijd ik het dorp binnen en zeg een jongen. "La venta de don Quijote no existe, ¿Verdad?" Zijn antwoord: "Pues, sí existe señor. Siguiendo esta calle a doscientos metros lo encontrará". Ik volg zijn advies en plotseling sta ik oog in oog met de 'Venta del Quijote', de herberg die hij voor een kasteel hield.

Overnachten was niet mogelijk. Tegenwoordig is de venta ingericht als restaurant. Het restaurant is officieel tweehonderd jaar oud, maar ik heb me laten uitleggen dat Puerto Lápice pas tweehonderd jaar stadsrechten heeft. Voordien bestond het dorp slechts uit drie huizen. De herberg van Cervantes moet op dezelfde plaats hebben gestaan. De geschiedschrijving van deze herberg gaat niet verder terug dan tweehonderd jaar, maar de ingezeten geloven dat de oorspronkelijke Venta hier heeft gestaan en laten we het daar maar op houden. Ik ben niet langer meer Don Quijote, maar sta wel op de plaats waar hij heeft geëxisteerd. Ik loop naar zijn beeld, leg mijn arm over zijn schouder en laat mij als zijn vriend verenigen. Alonso el Bueno is en blijft mijn beste vriend. Via Villarta de San Juan, Argamasilla de Alba en Castillo de Peñarroya gaat de tocht verder naar Ruidera.

Ruidera

Alles staat op video en dia's. Ik ga nu slapen en de geluiden uit dit Mancheger dorp op mij laten inwerken. Dit dorp is prachtig. Prachtig gelegen aan de Laguna. Morgen is de dag van de Cueva de Montesinos.

24 MEI 1992 LA CUEVA DE MONTESINOS