Zondag 24 mei Rustdag. Een heerlijk bed in de Fonda Gumersinda. Het lijkt hier al iets op Andalusië. Wakker gezongen door de pajaritos, zoals in Córdoba in 1971. Het is nu elf uur. De kerkklok slaat 11 slagen. Door de straten klinkt schitterende klassieke muziek. Dezelfde muziek als gisteravond. Het is melancholieke muziek, hemelse muziek. Tijd om in bad te gaan. Ik ga naar beneden en tref de beeldschone Segunda met haar broer Fernando. Segunda doet me denken aan de doncellas de la venta de Puerto Lápice, waarop onze Ridder verliefd werd en die een aantal streken met hem uithaalde op het moment dat hij de wacht "bij het kasteel" hield. Segunda biedt aan dat Fernando mij de meest interessante punten van het gebied rond Ruidera laat zien. Een beter voorstel had ik niet kunnen krijgen. Ook hier zijn er angelitas enviadas del cielo. Fernando nam mij mee naar de cascadas van Ruidera en vertelde hoe dit dorp aan zijn naam kwam. Het dorp is genoemd naar het geluid van deze waterval. El ruido, het geluid, werd geproduceerd door "la ruidera", "datgene dat geluid voortbrengt". Daarna zijn we langs de prachtige lagunas gereden met prachtig kristalhelder water. Hoofdzakelijk blauwe meren. Ook een groen meer. Uiteindelijk zijn we terecht gekomen in de Cueva de Montesinos. De grot waar don Quijote naar beneden is gegaan en is betoverd door de tovenaar Merlijn. Dit plekje in La Mancha is werkelijk een paradijs. Zoëven heb ik met de Spaanse familie, Gumersinda, van de Fonda meegegeten. Ik ben helemaal in het gezin opgenomen. Segunda is een jaar getrouwd en woont in Madrid. Ze is nu twee weken bij haar ouders op bezoek en zorgt voor het eten. Ik krijg van haar een heerlijke plato "gallado" een typisch manchego gerecht, bestaande uit pasta, verschillende soorten vlees, hazevlees, konijnevlees en champignons. Bij deze maaltijd wordt natuurlijk een lekker glas koele, witte VALDEPEÑAS gedronken. 16.30 uur Ik zit nu op een eiland, dat via een bruggetje verbonden is met een schiereilandje en de grote weg waar ik de auto heb neergezet. Ik zie een blauwe lucht, helderblauw water en bloemen in alle kleuren. Ik ga nu een hoofdstuk lezen over las Lagunas de la Ruidera uit het boek La Ruta de Don Quijote van Azorín. Ik lees hoofdstuk 9 Camino de Ruidera en hoofdstuk 10 La Cueva de Montesinos.

Ik sluit mijn boek en bestijg mijn Mazda Rocinante. Wederom richting Cueva de Montesinos. Een stuk gereedschap doet dienst om op deze gedenkwaardige 24 mei 1992 het voorbeeld van mijn voorgangers uit de negentiende eeuw te volgen. Ik verdwijn in de grot en teken een hart met daarin een datum: 24-5-'92, daarboven, een tekst: 'D. John', una flecha atravesando el corazón, daaronder 'Dña Elisa', nog een naam en een laatste tekst: "Dulcinea sin par"....... Terug naar La Fonda, langs de merendero del Maese Pedro en de aguas cristalinas van de estanques, en langs de álamos, waar Segunda me uitnodigt en mij de gevraagde verfrissing brengt. De kerkklok heeft zojuist half twaalf geslagen. Morgen is de dag van de Sierra Morena en Córdoba.

25 MEI 1992 DE FENIX IS HERREZEN