Nijmegen, 29 april 1993 Beste Tjitse, Zaterdagmiddag verscheen er in De Telegraaf een artikel onder de titel "Gewonnen en toch zwaar verloren". Het gaat over een rector die in 1983 zijn baan is kwijtgeraakt ten gevolge van het oneigenlijk gebuik van subsiediegelden van de rijksoverheid. Het lijkt mij interessant voor jou om dat artikel eens te lezen, mede in samenhang met mijn brief aan jou van 3 maart 1993, laatste blz. met de zinsnede:

"Zo heb ik ook ooit eens een kruistocht gehouden tegen het oneigenlijk gebruik van subsidiegelden, hetgeen er uiteindelijk toe heeft geleid dat een school in West-Friesland drie miljoen gulden aan illegaal gedeclareerde subsidiegelden heeft moeten terugbetalen".

Inmiddels zijn we tien jaar verder en heb ik kennelijk het bedrag niet meer onthouden, maar de Telegraaf spreekt over een bedrag van 1,8 miljoen. Na het verschijnen van dit artikel zijn er tal van signalen op mij afgekomen vanuit de markt waaruit ik kan signaleren dat Nederland John van der Heijden's "idealisme" nog niet is vergeten. Genoemd artikel maakt ook melding van "criminalisering van het onderwijs". Ik wil je daar zaterdag en zondag meer over vertellen.

Naar aanleiding van jouw brief van 22 april heb ik voor alle belangrijke informatie een veilig heenkomen gezocht. Ook heb ik dinsdagochtend een bericht aan de politie afgegeven een telefoon- en een faxnummer opgevraagd en persoonlijke bescherming aangevraagd.

Mijn flat is beschermd. D.w.z. er moet eerst beneden in de hal worden aangebeld en de naam worden genoemd voordat men wordt binnengelaten. Hierover zijn met de bewoners afspraken gemaakt. Desalniettemin werd er dinsdagavond rond 23.00 uur aan mijn deur gebeld. Door een heel klein kijkgaatje kon ik zien dat er iemand voor de deur stond. Al eerder had ik sporen van braakschade aan mijn deur bespeurd. Ik heb eerst dekking gezocht en de persoon toegeroepen zich te melden. Toen dat niet gebeurde heb ik ogenblikkelijk de politie gewaarschuwd. Die stond binnen vier minuten met een overvalteam voor de deur.

Na een bange nacht heb ik alle sleutelfiguren op papier gezet met enkele trefwoorden voor de politie met het verzoek deze aan de heer Wilzing van de CRI toe te spelen. Ik heb weer gebeld naar de politie met het verzoek mijn appartement zorgvuldig te surveilleren en mij te volgen. Toen heb ik alle belangrijke gegevens aan de politie doorgefaxt. Vervolgens ben ik naar het bureau Slachtofferhulp gereden waar ik "toevallig" om 10 uur een afspraak had.

Op het Bureau Slachtofferhulp heb ik verzocht persoonlijk te mogen spreken met de Officier van Justitie. De dienstdoende functionaris van het bureau heeft hierop contact opgenomen met het parket in Utrecht. Dit was niet direct mogelijk zodat ik daarna t.g.v. uitputtingsverschijnselen onder begeleiding van dezelfde dienstdoende functionaris naar mijn huisarts ben gegaan. Hier heb ik mijn probleem besproken en ben vervolgens naar het politiebureau gereden en heb hen gemeld dat het hier om een zeer ernstige aangelegenheid gaat. Ik heb de indruk gekregen dat de politie de zaak onder controle heeft. De verantwoordelijkheid voor de hele zaak heb ik thans aan de politie overgedragen. Zij weten nu ook bij welke bank mijn informatie berust. Ik adviseer jou ook op soortgelijke wijze te handelen en de politie in Groningen een kopie van deze brief te verstrekken en hen te vragen hoe te handelen in jouw contacten met mij. Mijn incidentnummer bij de politie Nijmegen is: 93011149. Laat me nadien s.v.p. gauw iets weten. Ik heb het weekend nog steeds voor je gereserveerd, maar me wel voorgenomen nadien een noodzakelijke vakantie te nemen.

1 MEI 1993 OPERATIE SPIDER