Aan de Minister van Justitie Hare Excellentie Mevrouw Mr. W. Sorgdrager Schedeldoekshaven 100 2511 EX 's-GRAVENHAGE Datum: 9 maart 1996 Betreft: Voortgangsrapportage Kenmerk: ICB/Justitie960309

Geachte Mevrouw Sorgdrager, Aansluitend aan voorgaande brieven meld ik u dat aan een schriftelijk verzoek en vier telefonische verzoeken aan de Amsterdamse Kamer van Koophandel tot toezending van een uittreksel uit het stichtingenregister door de Kamer nog niet is voldaan. Medewerker Van Pelt heeft mij gistermiddag toegezegd de stukken nog bijtijds te verzenden, maar ik heb ze nog niet ontvangen. Artikel 9 sub 3 van de Stichting Cervantes Benelux vermeldt onder meer "De bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de stichting komt mede toe aan één van de leden van het bestuur". Dit houdt in dat ik geen toestemming nodig heb van mijn penningmeester, die zijn bestuurstaken ten gevolge van drukke werkzaamheden elders, niet kan vervullen. Ik maak van dit recht gebruik en zal op persoonlijk initiatief een rekening openen. Vertragingsstrategieën van de Amsterdamse Kamer van Koophandel acht ik schadelijk voor de beleidsontwikkeling van de Stichting Cervantes Benelux en de hieraan gekoppelde Nederlands-Spaanse verhoudingen. Op 11 mei a.s. is Koning Juan Carlos van Spanje in Middelburg aanwezig om een 'Four Freedoms Award' in ontvangst te nemen. Ik heb het organiserend comité verzocht deze gelegenheid te benutten om Su Real Majestad de Spaanse versie van het Beleidsplan Instituto Cervantes aan te bieden als eerste stap naar een verdere Nederlands-Spaanse samenwerking, met name waarbij het hier gaat om de ontwikkeling van gezamenlijk arbeidsmarktbeleid. Aangaande de komende behandeling van uw drugsnota wil ik van deze gelegenheid gebruik maken in vijf punten hieromtrent mijn persoonlijke mening te geven.

1. einde gedoogbeleid, einde 'liberalisering'
2. buitenlandse inmenging ongewenst
3. capaciteitsprobleem politie en justitie erkennen
4. eigen verantwoordelijkheid terzake voor álle burgers
5. coffeeshops ombouwen tot 'doe-clubs'

Opmerkingen terzake via de pers door regeringsfunctionarissen uit Frankrijk en Duitsland zijn onverstandig. Dat geldt ook voor de heer Mr. Hans van den Broek. Hij zal dit zeker niet hebben geleerd bij de Baak. Ik heb daar geleerd met dit soort communicatieprocessen zorgvuldig om te gaan. Een totaalverbod van drugs in Nederland zal niet leiden tot een toename van 1 miljoen criminelen, zoals vandaag ten onrechte in de Telegraaf is gesuggereerd. Dat is een denkfout. Een totaalverbod zal wel een maatschappelijke discussie op gang brengen over de persoonlijke verantwoordelijkheden welke de betrokkenen in het omkeringsproces dragen. Ik denk hierbij onder meer aan onderwijzend personeel, maar ook aan de ouders van onze jeugd, waarvan een deel klaarblijkelijk ook nog moet afkicken. Zelfs eigenaren van coffeeshops zullen zich gaan bezinnen over nieuwe produkten. De z.g.n. 'doe-clubs' kunnen nieuwe groeikernen worden waarin de jeugd zich kan bezinnen over nieuw te ontwikkelen idealen. Ik hoop met de verdere ontwikkeling van het Beleidsplan Instituto Cervantes Benelux ook hieraan mijn bijdrage te kunnen leveren. Ik wens u veel succes bij de komende debatten. Hoogachtend, Instituto Cervantes Benelux J.L. van der Heyden.

11 MAART 1996 DECLARATIE (2) TER ATTENTIE VAN MINISTER WINNIE SORGDRAGER VAN JUSTITIE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN