17 september 1999. Betreft: DULCINEA Kenmerk: JH/LH990917. Dear Elizabeth, Nijmegen, vrijdag 17 september 1999. Liefde is... ...samen mediteren. Als ik die foto's vergelijk in mijn portefeuille en de foto aan de muur in Noordwijk, denk ik dat dat hard nodig is. Meditatie is een uitstekende manier om samen een nieuwe weg in te slaan. Daar moest ik in dat verband afgelopen dinsdag nog aan denken toen ik de tent binnenliep van Circus Colourful City op de Wedren in Nijmegen. Ik sprak een dame aan met enigszins hetzelfde kapsel als dat van jou. "Ik ben Don Quichot", zei ik haar. "Dan ben ik Dulicinea", was haar antwoord. Vervolgens heb ik haar inzage gegeven in de bijlagen bij mijn Letters en ben nadien naar Het Valkhof gewandeld. Gisteravond werd ik door haar verwelkomd met de mededeling dat er geen foto's gemaakt konden worden. Een blonde jongedame van de koffiebar toonde zich echter zeer belangstellend voor de Stichting Cervantes Benelux en het Instituto Cervantes Benelux. Het werd een leuke circusvoorstelling waar het bezoek van onze goddelijke creatie aan mijn geboortestad als een rode draad doorheen liep. Opmerkelijk was de aanwezigheid van Cervantes aan de overzijde van het toneel. Klaarblijkelijk heeft de Stichting Mirakel fantasie en realiteit ook nog door elkaar gehaald door in hun krant te stellen

"Nijmeegs burgemeester d'Hondt heeft ons en u bij vorige gelegenheden in deze krant meermaals hartelijk toegesproken. De Gemeente heeft andermaal haar steun gegeven aan Circus Colourful City. Wij zijn dan ook bijzonder verheugd dat Gemeentelijk Consulente mevrouw Gerda Peeters zich uit eigen beweging heeft vrijgemaakt om ons te helpen met de voorbereiding van de huldiging".

Het was mij namelijk niet duidelijk of die dame - die aan het stuk deelnam - ook daadwerkelijk bij de gemeente Nijmegen werkzaam was. Volgens de krant werkt zij bij IBM. In vele gevallen voelde ik mij echter zeer aangesproken. Daartoe citeer ik enkele fragmenten uit het programma:

(1) "CERVANTES die vier eeuwen geleden begon de avonturen van Don Quichot op te schrijven. DULCINEA, de vrouw die hij tot nu toe vergeefs aanbad." Dit doet mij denken aan "Gij de eeuwige ongeziene". (2) "Sancho Panza heeft moeite om de dromer Quichot op het juiste pad te houden. Naar de Wedren moeten ze, waar de RIDDERSLAG wacht en er wordt zelfs gefluisterd... EEN HUWELIJK (4) Don Quichot en zijn gevolg hebben inmiddels een geweldige honger. Waren ze maar gearriveerd, want in onze tent staan tientallen vrijwilligers voor hen klaar. De Wedren wacht, Don Quichot echter is in somber gepeins verzonken. Wat betekent nou die ridderslag Sancho? Ik ben maar een BROKKENMAKER. Nee, zegt Sancho, u hebt een DROOM - en DULCINEA droomt van u. Komaan! Lied: Een Droom." The impossible dream that's possible. Ik geloof immers nog in wonderen. Zo wordt er in Noordwijk ook over gedacht. (5) Wat bezielt Don Quichot? Cervantes is bezorgd. Zijn schepping is hem ontglipt - in deze wereld loopt een wereldverbeteraar gevaar... Lied: Hoe lang nog? In een scène vol SPANNING EN MISVERSTAND probeert Tino het hoofd koel te houden. Kan iemand hem uitleggen waarom die oude ridder zo belangrijk is? DULCINEA bezingt in een ADEMBENEMEND VERHAAL hoe Don Quichot ooit voor haar IN DE BRES sprong en hoe zij voor eeuwig de GEVANGENE werd van zijn liefde. Lied: Aria van de eeuwige liefde. Cervantes is inmiddels zo ongerust dat hij de STERKE ARM wil inschakelen. Jan Wilzing in de circustent? De eregasten rukken nog maar een kratje open... Het programma wordt nadien vervolgd met de grote vechtdans-act van de Hazenkamp".

In de pauze werd er door een roodharig mannetje met een rood-gele vlag popcorn verkocht. Ik heb hem laten weten dat ik de krant naar mijn directeur heb gestuurd. Hierop antwoordde hij "Dan krijg je waarschijnlijk wel loonsverhoging". Daar begreep ik niets van. Het kost mij immers al een behoorlijke hoeveelheid duiten om mijn directeur te kunnen betalen. Ik vraag mij dus af of er nog iets voor mij overschiet. Dat ben ik immers niet gewend sinds mijn Frans-Spaans Instituut de toegang werd ontzegd in DEVENTER in 1979 (terecht overigens). Eerst het personeel en dan de rest van de familie.

(6) "Lang verwacht, hij komt en hoe... Helden en beroemdheden zijn GRILLIG. Zij kunnen het zich veroorloven het publiek te laten wachten. Zo ook Don Quichot. Als u iets weet over de aard en BEZIGHEDEN VAN DE BEROEMDE EDELMAN, dan is de loop der gebeurtenissen niet MOEILIJK TE RADEN. Hij stoort zich aan geen protocol of programmering. Het zij hem vergeven. De verwarring is groot maar één ding is zeker: Don Quichot ARRIVEERT! Het weerzien met zijn SCHEPPER Cervantes is hartroerend, maar meer nog DIE STEM! DULCINEA... (Kun je zingen?). Het duet van Don Quichot en DULCINEA zal de tent in trilling brengen. Lied: Duet van Don John en DULCINEA en De tent is vol. Maar het is Don Quichot zelf die bobo's, artiesten en wellicht ook u, hooggeplaatst publiek, kortom ons allemaal OP ONZE PLAATS zet... (7) De huldiging van Don Quichot".

In die laatste scène geeft onze nobele ridder de geest en vindt zijn laatste rustplaats op de Nijmeegse Wedren. Vervolgens werd er een modernere versie ten tonele gevoerd. Op een motor deze keer. Dat moet ongetwijfeld een vergissing zijn. Het lijkt mij een goede zaak dat er de volgende keer een Mazda 626 wordt geïntroduceerd en ik ging in gedachten terug naar mijn eerste bezoek aan EL TOBOSO nadat ik de dame die zich wederrechtelijk de naam 'DULCINEA' had toegeëigend had laten weten dat ik in Valladolid Cervantes' ganzenveer persoonlijk ter hand had genomen. Ik citeer mijn dagboek uit 1992:

"Valladolid, vrijdag 1 mei Een nieuwe lente een nieuw geluid. 9.00 vertrokken uit Bordeaux. Aankomst Valladolid "Hostal Residencia Vuelta" rond 16.00 uur. 1750 km op de teller. Zeer voorspoedige reis. Spanje werkt zeer hard aan het verbeteren van haar infrastructuur. Een modern netwerk van snelwegen ligt op plaatsen waar het op de kaart nog niet te vinden is. Een prachtige snelweg van de Spaanse grens tot Valladolid toe. Alleen op de hoogte van Palencia was de weg over een lengte van circa 20 km nog niet klaar. Even een stadswandeling gemaakt. Het kan haast niet anders of "la fuerza del sino", de kracht van het lot, trok me naar die punten waar deze Ruta de Don Quijote moest beginnen. Na 500 meter wandelen stond ik oog in oog met het geboortehuis van Philips II aan de Calle San Pablo en zoëven voor la 'Casa de Cervantes' in de Calle del Rastro.

Don Miguel was vanuit Madrid hierheen verhuisd nadat Philips voor de tweede keer deze stad als hoofdstad van het grote Spaanse wereldrijk had gekozen. Dit huis staat aan het begin van Miguels tweede goddelijke creatie. Nadat voor zijn deur het stoffelijk overschot was gevonden van een vreemde, werd Miguel verdacht van de moord op deze man en ten onrechte gevangen gezet. Zoals al eerder was gebeurd, waarna Cervantes in zijn cel toen de fameuze woorden schreef "In een dorpje in La Mancha", waarvan ik de naam niet vermag te noemen, woonde eens een ridder die..... De eerste woorden van het boek dat na de bijbel het meest gelezen is in bijna alle landen en talen ter wereld "El Ingenioso hidalgo don Quijote de la Mancha". Het boek is zo universeel dat eenieder erin kan herkennen wat hem of haar hierin wedervaart.

Valladolid, zaterdag 2 mei. Valladolid me da escalofríos. Dit is de eerste stad in Spanje die mij de koude rillingen over de rug heeft doen lopen. Nou is het weer wel sterk omgeslagen. Was het gisteravond nog 25 graden, vanmorgen kon ik de winterjas aantrekken bij een temperatuur van 9 graden Celsius. Dit is de hardste stad van Spanje. Geen wonder dat Philips II hier in 1603 zijn hof vestigde. Deze koele, hardvochtige man trok naar het guurste plekje van de Meseta Castellana. Als je de omgeving zo bekijkt ook wel het meest onherbergzame land dat ik in mijn leven heb meegemaakt. Op 100 meter van deze plek waar ik nu zit te schrijven werd de eerste auto de fe gehouden. Massa's mensen trokken onder mijn raam in de Calle del Val door naar de Plaza Mayor om daar te zien hoe mensen voor hun geloof in vlammen werden gezet en in rook opgingen, alleen omdat ze geloofden dat wat zij dachten recht was. Nog vandaag wordt deze 'acte des geloofs' in beelden aan de bevolking getoond. De Casa de Diputación, het voormalige paleis van de vorst van het grootste rijk ter wereld, toont deze beelden aan allen die toevalligerwijs even een kijkje nemen in de binnenhof. Escalofríos.......bah! Zelfs de kathedraal ademt de herreriaanse sfeer van de Inquisitie. Escalofríos ook in de Casa de Cervantes. Escalofríos, maar nu van een andere soort. Even bevond ik mij achter de schrijftafel van de allergrootste uit mijn denkwereld. Ik was even Don Miguel de Cervantes Saavedra. De gids vertelde mij het verhaal van de edelman die voor Miguel's huis was vermoord. Hij vertelde het verhaal alsof het net was gebeurd. Ik was er even bij. Vanuit de escritorio keek Miguel op de weg voor het huis en zag een opstootje. Onmiddellijk ging hij naar buiten om hulp te bieden. Miguel's vrouw, doña Catalina de Salazar y Palacios, uit Esquivias, stond met haar personeel voor het raam en keek toe. Valselijk werd Cervantes de misdaad in de schoenen geschoven en door de Santa Hermandad afgevoerd. De toekijkende medebewoners van het huis aan de Calle del Rastro hebben echter een schriftelijke verklaring afgegeven met de werkelijke toedracht. Deze verklaring is nu nog in de 'archivos' aanwezig. De huizen van Miguel en van Philips liggen nog geen twee kilometer van elkaar verwijderd. Beiden zouden lid van de plaatselijke Lions Club kunnen zijn. Het is onvoorstelbaar dat Cervantes in de onmiddellijke nabijheid van dit blok beton kon leven. Op zijn schrijftafel ligt nu nog een geschreven brief aan don Felipe. Uiteindelijk was hij zeer afhankelijk van zijn vorst. Maar hoe kon hij in godsnaam omgaan met zijn ideeën van vrijheid. Geen wonder dat hij zijn imaginatieve edelman op de wereld zette, die vocht voor zijn idealen van de ridderschap en voor zijn DULCINEA. Zijn held die voortdurend moest kiezen tussen idealisme en realisme.

Dit is de kernvraag van deze reis. Vecht deze Cervantes alleen voor zijn idealen, of vecht hij ook voor de realiteit? Voor zijn innerlijke realiteit, of voor de omringende realiteit? En hoe zal die omringende realiteit van zijn innerlijke realiteit deel gaan uitmaken? Vanuit El Toboso zal er een brief uitgaan naar DULCINEA. Dan zal blijken in welke fantasiewereld deze cervantijn tot nu toe heeft geleefd, of dat Cervantes Benelux werkelijk bestaansrecht heeft, zakelijk of zakelijk én privé.

Vanmiddag heb ik achter in de kerk gezeten bij een huwelijksinzegening: "El Amor no se puede compartir", "De Liefde kun je niet delen", de enige ware liefde niet. Voor de Liefde moet je kiezen. Dat hoort op de eerste plaats bij het keuzeproces. Daarna ging de rit naar El Toboso.

Zaterdag 23 mei, En un lugar en La Mancha Ik schrijf vanuit een habitación en un lugar en La Mancha, Ruidera. Hier kon Don Quijote hebben geleefd, maar ik denk dat Argamasilla de Alba zich de grootste rechten van de geboorte van Don Quijote kan toeëigenen. Alonso Quijano "El Bueno" is alleen te zien in Argamasilla. Rond 8.30 uur opgestaan en afscheid genomen van Rob, Corry, Paul en Sabine. De tocht ging via ARANJUEZ, Ocaña, Quintanar de la Orden, Venta de El Toboso, El Toboso, Campo de Criptana, Alcázar de San Juan, Herencia, Puerto Lápice, Villarta de San Juan, Argamasilla de Alba en Castillo de Peñarroya naar Ruidera. Fictie werd vandaag realiteit. Mijn hospes is een Teresa Panza. Haar dochter, Segunda, gewoon een leuke, vlotte Spaanse. Puerto Lápice is een echte pleisterplaats van voorbijkomende reizigers. Ik sprak in de Venta del Quijote met een Argentijn, op weg van Sevilla naar Madrid. (Ik geloof dat hij Zorreguieta heette). ARANJUEZ

Paleis van de Spaanse koninklijke familie. De beelden spreken hun eigen taal.

El Toboso

Na een kleine 3000 kilometer bereik ik El Toboso rond 14.00 uur. Een moment waarop het hele dorp is ingeslapen. Ik parkeer mijn auto bij de kerk en het ayuntamiento. Vóór mij zie ik de gietijzeren beeltenissen van Alonso Quijano, Don Quijote, "El Bueno", en Aldonza Lorenzo, DULCINEA. Ik zet mij rechts neer van de Ridder van de Droevige Figuur en kijk naar het gezicht van Aldonza. Nog een keer lees ik mijn "tussenrapportage" over de "selffullfilling prophecy", "transformatie", "Human Resources Management" en "Organisatie-ontwikkeling". Enige tijd later zal ik in Argamasilla de Alba zien dat het beeld van DULCINEA een opmerkelijke gelijkenis vertoont met iemand die ik goed ken. Ik kijk naar Aldonza en realiseer mij dat ik naast een beeld zit en vóór een beeld. Beelden die ik een inhoud heb toegekend, voortgekomen uit mijn fantasie. Zoals Alonso Quijano zich de Amadís van Gallië waande, waande ik mij Quijote. Ik bén niet langer meer Don Quijote. Ik zit ernaast.

Quijano zit gehurkt, met beide benen op de grond, maar laat zich leiden door zijn ideeën en is niet in staat contact te leggen met zijn geliefde. Het is doodstil in El Toboso. Ook La Casa de DULCINEA is gesloten. De deur is dicht. Was zij niet werelds? Kijk eens wat Sancho over haar vertelde. Ik heb afscheid genomen van een idee-fixe en het idee laten overgaan in pure realiteit. De realiteit van de afspraken. De realiteit van de communicatie. De realiteit van elkaar precies laten weten wat je doet en elkaar op de hoogte houden. De realiteit van investeren, investeren in de toekomst. De realiteit van gesprekken en afspraken bevestigen. Zo gaat dat in deze tijd.

Hoewel......

Ik heb mijn brief gepost en bestijg mijn Mazda 'Rocinante'.

Langzaam verlaat ik het dorp. De weg is smal, alleen een boer kom ik tegen. Juan Haldudo? De weg is geplaveid met gaten. Het gebied is glooiend. De grond kaal maar zorgvuldig bewerkt. De smalle weg eindeloos.... Overal stukken rots en hier en daar partijen met bomen en struiken. De horizon lijkt eindeloos ver weg.......

Uiteindelijk kwam die Mazda Rocinante weer in Nijmegen terug. Na een rit van 2700 km reed 'Cervantes' daar bijna een lid van 'de sterke arm' tegen de vlakte. De desbetreffende politiefunctionaris in burger op een motor liet daarbij zijn identiteitspapieren zien. Zo hoorde dat ook, naar mijn inzichten. Vervolgens stak hij een monoloog naar mij af. Daar had ik hem echter geen toestemming voor gegeven. Vandaar dat ik hem bij die gelegenheid heb laten weten dat ik niet zozeer gediend was van zijn optreden en ben vervolgens naar bed gegaan. Met die gedachten mijmerde ik gisteravond na afloop van 'De terugkeer...' door de circustent en las:

"Zijn volle naam is Miguel de Cervantes Saavedra. Hij werd onsterfelijk door zijn boek 'De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha'. Hij is dan ook al meer dan vierhonderdvijftig jaar oud. Hij was kamerdienaar in Madrid, krijgsgevangene in Noord Afrika en schrijver van vele toneelstukken die wel gespeeld maar nooit gedrukt werden. Niet iedereen weet dat rond 1600, toen Cervantes de avonturen van Don Quichot te boek stelde, al lang geen ridders meer bestonden. Cervantes wilde niet meer dan de populariteit van de ridderromans (de soap van toen) belachelijk maken. Hij schiep een dwaze held die reeds bij zijn introductie uit de tijd was - maar zijn schepping bleek tijdloos. De bespottelijke ridder hield zich staande onder de meest fantastische beproevingen door zich vast te klampen aan stokoude idealen. Cervantes' boek werd klassiek, de drijfveer van Don Quichot blijft actueel: kijk naast de werkelijkheid en bezie het leven zoals het zou moeten zijn.

Ik zag geen bekenden totdat ik in gesprek raakte met twee heren met een shirtje van Circus Colourful City (óók drie C's). Zij waren als docent werkzaam op de HEAO te Arnhem. Ik liet hen weten dat de laatste Nederlandse ridder - GASPAR - een telg was uit het fameuze riddergeslacht Van der Heyden. Eén van beide heren bleek één van mijn FSI-docenten van het eerste uur te DEVENTER (Schalkhaar/Colmschate bij Epse). Zijn naam is ROLF STRAVER. Zijn broer is Hoofdcommissaris van Politie te Haarlem. Ik heb Rolf laten weten dat ik ervoor heb gezorgd dat zijn broer niet hoeft te verhuizen. "Die zaak is geheim", was Rolfs antwoord. "Dat geldt - wellicht - voor jouw broer," was daarop mijn antwoord, "maar niet voor mij". Ik heb vanaf 1993 lange tijd ondergedoken moeten zitten door dat gedoe". Laat jouw broer maar weten dat ik een eind heb gemaakt aan die POLITIECARROUSEL." "Ik wist niet dat jij van adel was", was Rolfs antwoord. "Ik stond zelfs op het punt om in het huwelijk te treden met de Prinses van Wales." "Maar zij ging toch trouwen met Dodi?" "Ben je gek, joh. Zij wilde niet eens trouwen met die vent. We hadden hem alleen nodig voor het geld." Voorts heb ik Rolf laten weten dat het wellicht leuk is als dat circus volgend jaar - tijdens het Congres 2000 - ook in Torremolinos komt optreden op het dorpsplein. Daar voelde hij wel iets voor en heeft mij vervolgens naar de artiestentent gevoerd en in contact gebracht met een heer wiens naam ik niet vermag te herinneren. Hij leek mij niet de meest geschikte contactpersoon. Daarvoor kies ik voor 'Cervantes' himself. Ik citeer: "Vincent Prenger (Cervantes) deed vanaf zijn middelbare schooltijd aan toneel, speelde in een band, heeft zangles van Bernadette Ritzen, volgde een musicalcursus in de Lindenberg en schreef samen met Jeroen Bouwhuis een kindertheaterstuk dat zij samen talloze malen opvoerden. Momenteel werkt hij aan een theaterstuk voor volwassenen. Eerdere musicalervaring had hij als tovenaar in De tovenaar van Oz en als padre in De man van la Mancha. Over zijn rol als Cervantes in De terugkeer van Don Quichot zegt hij:

"Dit was mijn eerste rol van iemand die echt bestaan heeft, een legende nog wel. Dat was wel spannend. Ik had het idee dat ik echt de oude schrijver moest worden. Terwijl je hem niet kunt ontmoeten of op video's zien. Later veranderde dat, kon ik dat gevoel meer loslaten. Uiteindelijk moet je toch zelf je karakter creëren."

Vooral die laatste uitspraak maakt hem uitermate geschikt als bestuurslid van de Stichting Cervantes Benelux. Daarom heb ik zoëven (14.25) gebeld. Ik kreeg het antwoordapparaat van een jongedame. Ik heb dat ingesproken met mijn GSM-nummer. 14.38 Kreeg hem aan de lijn. Hij klonk enthousiast over het idee om ervaringen uit te wisselen. Ik laat hem even met rust tot hij klaar is met zijn voorstellingen. Even terug naar gisteravond. Vincent zal 'Cervantes' binnenkort ook op video kunnen zien. Vanaf de Wedren ben ik met lijn 9 'huiswaarts' getogen. Op Plein 1944 werd de bus overvallen door een stel jongedames met een televisieploeg. Zij hadden deze keer de chauffeur als doelwit gekozen. Hun actie wordt binnenkort uitgezonden. Via de Wellenkamp bereikte ik vervolgens weer Den Dukenburch, een mooi woord voor Hertogenburcht. Het is altijd aardig om ons kastelenbezit uit te breiden. Ik stel het echter wel op prijs dat dat geen moord of doodslag tot gevolg zal hebben. Ik denk daarbij vandaag met name aan het kasteel Moersbergen in Doorn. Ik heb daar ooit nog eens getrimd in de tijd dat ik nog in Maarn woonde en recentelijk bij de Baak met jou aan het werk was getogen. Onderweg trof ik Karin Scholten, van het Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen in het Slot ZEIST. Toen ik vertelde dat ik bij hun concurrent werkzaam was, reageerde zij met de woorden "Oh, wat leuk. Bij de heer Lulofs. Dat is zo'n aardige man." Voor zover ik het mij kan herinneren had onze voorganger, de heer mr. Tj. Maris, kort daarvoor met zijn nieuwe bedrijf het kasteel Moersbergen betrokken. Het staat op dit moment dus weer te koop. Als je het leuk vindt kun je het voor ons kopen voor de tegenwaarde van (enkele van) mijn koninklijke brieven. Dan zit ik ook weer iets dichter bij mijn vrienden van de Lionsclub. Kasteel Drakenstein staat overigens ook nog leeg, voor zover ik heb begrepen, maar dat kunnen de direct betrokkenen je het beste zelf vertellen. Verder kun je je altijd wenden tot de heer H.K.M. Lugtmeijer, directeur van de Stichting Het Utrechts Landschap. Ik citeer verder "moord om kasteel" uit de Telegraaf van vandaag:

"Een medewerkster van makelaardij BiltStede in de Bilt bevestigde gisteren dat de koop van het kasteel zo goed als rond was, maar dat de transactie uiteindelijk niet doorging vanwege de plotselinge dood van de aanstaande koper."

Wellicht kan die lieftallige deelneemster aan 'Management maakt meer kapot dan je lief is...' hierbij haar medewerking verlenen. Die jongedame uit De Bilt. Zij is interim-manager en doet haar werk met veel plezier. Wellicht kan zij zich dan ook bezighouden met de oprichting en exploitatie van een 'Van der Heyden Stichting' teneinde hier in de toekomst Nederlandse kastelen mee te kunnen exploiteren ten behoeve van de activiteiten van de Cervantes-organisatie. Ik zal dit aan Vincent Prenger laten weten zodra hij is uitgespeeld. Ik ben benieuwd of ik vanavond een telefoontje van je krijg. Zodra de SBO in de Van der Heyden Stichting wordt ingebracht kan de heer Ottenvanger hierin zijn Ottenhome vestigen. Herman de Koning kan hem verder helpen bij het schrijven van de familiehistorie en de Groningse kleigronden. Daar is immers nog niet zoveel van bekend in deze regionen. Dan krijgt die popcornverkoper toch nog gelijk. Als je mij een flink salaris kunt bezorgen zal ik je eeuwig dankbaar blijven. Zoals Julio Sampedro al zei: "Don Quijote is interessant, maar Sancho Panza is ook belangrijk". En eten moeten we allemaal. Er is dus geld nodig. Veel geld. Zeker voor het feest van dinsdag over een week. Dat is jou wel toevertrouwd. Ik lees vandaag in het Journaal: "Koningin moet vrij kunnen spreken". Hier ben ik het volledig mee eens. Vooral als het gaat om Cervantes. Hartelijke groet en fijn weekend. P.S. Morgen ben ik op de Drift in Utrecht en zondag komen Mark en Caroline op bezoek. Nijmegen herdenkt het eerste heksenproces. Nu Spanje nog. Ik ben daar niet voor niets gaan wonen als een echte Van der Heyden. Mevrouw Prenger belde al (16.45) voor het nummer van haar neef Vincent. Wat een Engel!

20 SEPTEMBER 1999 DE REIS VAN DE FENIX