J.L. van der Heyden 422. De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. Drs T. Breuker GRONINGEN. Betreft: Brief 108. Nijmegen, 29 maart 1996. Beste Tjitse, Aansluitend aan mijn vorige brief als reactie op jouw post d.d. 21 maart vind ik het belangrijk nog op enkele punten van jouw brief aan de heer Wilzing d.d. 23 juli 1995 inhoudelijk te reageren.

1. Het verleden is het verleden. Ik werk thans uitsluitend aan de toekomst onder het motto 'Plus Ultra'.
2. 'Intelligence gathering' is noch mijn hobby, noch mijn passie. Mijn enige hobby is de realisering van het Instituto Cervantes Benelux en haar verdere uitbouw in harmonie met betrouwbare samenwerkingspartners.
3. Er was geen sprake van een 'groot angstcomplex'. Ik kende mijn positie in de maand van de waarheid april 1993 als eigenaar van het handelsmerk
Instituto Cervantes in de Benelux. Er was sprake van een strategische terugtrekking uit de markt.
4. Ik heb jou niet voorgesteld een boek inzake 'de Baak/Nieuw Elan' te schrijven. Ik ben in goede harmonie bij de Baak vertrokken. Lees de correspondentie nog maar eens beter door.
5. Ieder mens heeft het recht om zijn persoonlijke belangen te beschermen.
6. Correspondentie aan derden over mijn gevoelsmatige aangelegenheden vind ik onethisch m.u.v. mijn laatste wilsbeschikking. Dat kan ook te maken hebben met 'bijzondere verdienste'.
7. Ik beschik nog steeds over de notulen van de Baak/Nieuw Elan aangezien ik een volledig vertrouwen heb in de huidige directie van de Baak. Uiteraard is dat wederzijds.
8. Ik denk niet dat het nodig is om voor jou als getuige in de rechtbank op te treden. Je hebt van mij al zwart op wit - met handtekening - dat hetgeen ik jou heb geschreven op volledige waarheid berust (12 juli 1995).
9. Ik keur jouw suggestieve opmerkingen m.b.t. L. Halbertsma af. Hiermee breng je mij, L. én haar echtgenoot in problemen. Dat geldt vooral t.a.v. het thema 'verliefdheid', dat regelmatig in jouw brieven is teruggekomen, ook nadat ik daar al geruime tijd afstand van had genomen.
10. L. Halbertsma had geen eindverantwoordelijkheid m.b.t. jouw cursusverwijdering. Dat was de heer Hortensius. Dit is een herhaling van een eerdere mededeling.
11. Aangaande 'psychiaters'. Daar heb ik uiteraard geen moer aan gehad. Ik vond het wel aardig om te zien hoe die mensen werkten en bijvoorbeeld het neuro-linguïstisch programmeren in de praktijk brachten.
12. De uiteindelijke 'diagnose' is in goed overleg tot stand gekomen. De doorlezing van het dossier heeft mij zeer waardevolle informatie verschaft. Het waren maar kinderen die zich met dat vak moesten bezig houden en ook zij moesten eten.
13. Ik heb geen 'verering' voor L. Halbertsma
. Ik heb voor haar gedurende een tweetal jaren in mijn visie een mentorfunctie vervuld waardoor in die tijd uiteraard een goede band is ontstaan. Ik betreur het dat wij ten gevolge van roddel onze samenwerking hebben moeten verbreken.
14. In mijn visie is de enige instantie waar jij jouw schadeclaim kunt indienen de Gemeentelijke Sociale Dienst. Dat had ik je al eerder medegedeeld.
15. Aangaande het vastleggen van de leugen van jouw projectleidster in de notulen van de projectleidersvergadering draagt L. Halbertsma geen enkele verantwoordelijkheid. De besluitvorming vond in de projectleidersvergadering plaats en daarin had L. slechts een voorzittersrol. Voor die leugen is jouw projectleidster dus zelf verantwoordelijk. Zij heeft daarmee dus ook mede de toenmalige adjunct-directeur misleid.
16. Suggestie m.b.t. 'krankzinnigheid' wijs ik van de hand.
Ik werk uitsluitend met feiten. Verder accoord.

Rest mij je verder te adviseren een positief plan uit te werken, zoals ik je bij de aanvang van onze correspondentie heb geadviseerd. Ik wens je veel succes. Hartelijke groet en wellicht weer een keer tot volgend jaar.

3 APRIL 1996 DOODSTRAF OF LEVENSLANG