Datum: Zaterdag (Zondag) 4 mei 2008 Betreft: JOUW BRIEF VAN 21 APRIL Kenmerk: 20080504JHMD Dear Maria, Ik schrijf je deze brief vanuit mijn verantwoordelijkheid jegens de rechtspersoonlijkheid bezittende STICHTING CERVANTES BENELUX, LIMITED COMPANY INSTITUTO CERVANTES ENGLAND AND WALES en als eigenaar van het wettig gedeponeerde handelsmerk INSTITUTO CERVANTES in de BENELUX. Jouw brief van 21 april 2008 met mijn adressering in de kleuren van het HUIS VAN ORANJE, het INSTITUTO CERVANTES BENELUX, het voormalige INSTITUTE OF ENGLISH STUDIES en het voormalige bedrijf NIOW-TALEN B.V. heb ik na terugkeer van een meditatieve reis naar Ibiza in goede orde ontvangen. Graag reageer ik NAAR WAARHEID op jouw opmerkingen.

1. "Na lang aarzelen heb ik besloten u toch een kort briefje te schrijven. Het gaat over uw uitlatingen over mij op internet. U schrijft: Ik weet niet of Maria Delorme vertrouwelijk met mijn informatie omgaat..... Hoe komt u erbij om dat te beweren. Is dat gentlemanlike??

Antwoord: Dit betreft een citaat uit mijn brief EL GRAN TEATRO DEL MUNDO aan Drs T. Breuker d.d. 14 augustus 2004 als antwoord op een vraag van hem aan mij. Dit is een puur feitelijke reactie. Hoe zou ik moeten weten hoe jij met mijn informatie omgaat? Dat is immers jouw eigen vrije keus. Voorts lijkt het mij volledig irrelevant. Ik bemoei mij niet met jouw communicatie. Daar ben je zelf verantwoordelijk voor.

2. "Er bestaat een nieuwe wet op de privacy. Ik wil graag dat u zich daaraan houdt." Op dit moment heb ik op mijn huisadres in Spanje geen verbinding met het internet. Ik kan die nieuwe wetgeving dus niet controleren, maar ben bereid mij aan die wetgeving te conformeren vanaf het moment dat deze rechtsgeldig wordt of is geworden. Ik ben en blijf echter wel van mening dat een dergelijke wetgeving de ontwikkeling van de wereldwijde CERVANTES-ORGANISATIE niet in de weg mag staan. Hieronder begrepen de in mijn beleidsplan vermelde BELEIDSVOORNEMENS. Ook dient een dergelijke wetgeving geen inbreuk te maken op de noodzakelijke TRANSPARANTIE en VRIJHEID VAN MENINGSUITING.
3. "Ik heb nooit toestemming gegeven dingen over mij op Internet te plaatsen". Jij bent vanaf het weekend van 12 en 13 juli 1997 een belangrijke getuige in mijn ontwikkelingsproces. Op MIJN WEBSITE staat MIJN LEVENSVERHAAL. Je hebt wel gelijk inzake het vragen van toestemming. Maar laten we wel wezen. Je hebt ook zelf de publiciteit gezocht door mij artikeltjes over jou toe te sturen. Dat was je eigen keus en voor de consequenties ben jij natuurlijk ook zélf verantwoordelijk. Voorts heb ik als reactie
MIJN MENING gegeven. En het staat mij mijns inziens vrij op mijn eigen - door mij betaalde - website MIJN EIGEN MENING weer te geven. IK DOE NIET AAN GESCHIEDVERVALSING. Wat geschreven is is geschreven. Dat geldt zowel voor jou als voor mij.
4. "Ik heb nooit iets met uw informatie gedaan. Alles is vernietigd; ik kan me nl. niet vinden in de inhoud van uw lange epistels." Dat vind ik uitstekend. Wij hebben beiden recht op onze eigen mening.
5. "En ook het dreigement: op straffe van een dwangsom als mensen gebruik maken van de beeltenis van uw partner". Wie de schoen past trekke hem aan. Deze boodschap is vooral gericht in de richting van de heer Mohamed Al Fayed. Nadat al zijn fantasieën op het juridisch allerhoogste niveau zijn onderzocht door onderzoeksrechter Hervé Stéphan in Parijs, Lord Stevens in
OPERATION PAGET en royal coroner Lord Justice Scott Baker - die tijdens THE DIANA INQUEST in THE HIGH COURT OF JUSTICE in Londen 250 getuigen onder ede heeft gehoord - hebben 9 leden van de elfkoppige jury na intensief onderzoek verklaard dat het roekeloze gedrag van de chauffeur van de heer Al Fayed heeft geleid tot het dodelijke ongeval van Diana en onze financier. Hiervoor draagt de heer Al Fayed de primaire verantwoordelijkheid.
6. "Diana was uw partner niet". Daarover verschillen wij fundamenteel van mening. Helaas heeft zij haar geheim in haar graf meegenomen op het moment dat zij een belangrijke aankondiging zou doen nadat ik haar vanaf 28 augustus 1996 periodiek van alle ontwikkelingen in aangetekende brieven in kennis had gesteld op officieel briefpapier van het INSTITUTO CERVANTES BENELUX.
7. "U plakt foto's van haar en u aan elkaar. Dat hoort niet." Nooit en te nimmer heb ik foto's van haar en mij aan elkaar geplakt. De fotomontages bij het standbeeld van Eeltje Halbertsma in Grouw, de haven van Málaga, het huis van JULIO IGLESIAS in Ojén en de Engelenburg in Brummen zijn mijns inziens samengesteld door de daartoe bevoegde autoriteiten.
8. "Laat haar met rust en eer haar nagedachtenis." Dat heb ik al gedaan vanaf de dag van haar begrafenis. Op verzoek van een overbuurvrouw van PRINS EDWARD en PRINSES SOPHIE WESSEX heb ik vanaf mei 2001 haar eer verdedigd zoals het een lid van een oud riddergeslacht betaamt.
9. "En laat mij buiten al uw geschrijf a.u.b. Ik wil er niets mee te maken hebben".

BIJ DEZE. Daarom ontvang je hierbij ook jouw brief retour.

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN