Maria Delorme Harlingen Datum: 11 april 2002 Betreft: MY DI AND I Kenmerk: JH/MD20020411.

Nijmegen, donderdag 11 april 2002 Beste Maria, Gisteren ben ik even naar 's-Gravenhage geweest met de bedoeling op de Britse Ambassade het condoleanceregister te tekenen voor de Queen Mum. Een inmiddels zeer vertrouwd adres. Ik kwam daar om 13.40 aan, maar het register bleek echter al gesloten. Nadien ben ik naar de Tweede Kamer gegaan en heb daar rond 14.00 op de publieke tribune plaatsgenomen. Het was er stil. Zo'n 3 á 4 volksvertegenwoordigers, Jeltje van Nieuwenhuyzen en de Ministers Zalm en Borst. Gerrit Zalm keek mij een beetje zuur aan toen hij mij zag staan op het balkon. De Stichting Cervantes Benelux heeft immers nog veel geld van hem tegoed, dat vóór 23 april aanstaande met zijn belastingaanslag over 1999 verrekend dient te zijn. Even later kwam Annemarie Jorritsma binnenwandelen. Aardig. Mijn plan is immers in 1991 al op haar departement gelanceerd. Ik had mijn visitekaartje inmiddels bij de receptie afgegeven met de informatie over mijn boek en de mededeling dat men daarin alles kan vinden over Paars. Hierbij heb ik uiteraard nog steeds onderstaande foto voor ogen.

Het EERSTE PAARSE KABINET van het KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Voorste rij van links naar rechts Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen JO RITZEN, Minister van Buitenlandse zaken HANS VAN MIERLO, Minister-President WIM KOK, Oprichter Instituto Cervantes JOHN VAN DER HEYDEN, Minister van Binnenlandse Zaken en Vice Premier HANS DIJKSTAL, Minister van Justitie WINNIE SORGDRAGER, Minister van Financiën GERRIT ZALM. Achterste rij van links naar rechts Minister van Volksgezondheid en Sport ELS BORST, Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij JOZIAS VAN AARTSEN, Minister van Verkeer en Waterstaat ANNEMARIE JORRITSMA, Minister van Defensie JORIS VOORHOEVE, Minister van Economische Zaken HANS WIJERS, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AD MELKERT en Minister van Ontwikkelingswerk JAN PRONK.

Ik heb hem in mijn boek niet afgedrukt, aangezien ik niet beschik over de rechten voor het gebruik van deze foto. Maar ik mag aannemen dat de leden van het eerste paarse kabinet er geen bezwaar tegen hebben dat ik deze foto in deze brief heb opgenomen. Vooral nu vandaag in de Ridderzaal ook nog het Srebrenica-rapport is behandeld. Communicatieprocedures lopen immers langs strakke lijnen. Ook bij de receptie van de Ridderzaal heb ik mijn kaartje afgegeven. Uiteindelijk bepaal ik nog altijd de hoofdlijnen van beleid. Hoewel mijn rekeningen nog steeds niet zijn betaald door de meeste debiteuren. Voordien ben ik in Utrecht ook nog even bij mijn postbus langsgegaan.

Ik trof daar jouw reactie op mijn brief van 4 april met de tekst: ONE WORLD PEACE PROJECT HOLLAND MARIA HARLINGEN FRIESLAND 0517.414206 Harlingen, zaterdagmorgen 6 april 2002. Querido John, Zeer verrast ben ik met de post die ik van je kreeg over het boek: LETTERS TO DIANA, PRINCESS OF WALES. Waar een ontmoeting in De Prinsentuin al niet toe kan leiden. Ik vond het een hele bijzondere ontmoeting en toen Diana verongelukte kreeg het voor mij nog meer betekenis. Omdat ik een mediamieke gave heb, kon na haar overgaan naar de ongeziene wereld, Diana kontakt met mij leggen en heeft ze me verteld dat ze de foto's en briefje van mij via jou had ontvangen. Ze had pijn aan haar knieën gehad. We hebben enkele ontroerende gesprekken gehad op mijn healingkamertje. Na een tijdje moest ik dat weer loslaten. Echter ik wist niet dat ze was ontvoerd, ik dacht dat ze een relatie had met Dodi. Ik zal het boek zeker gaan lezen. Zelf houd ik ook erg van talen en spreek naast Frans-Duits en Engels ook een aardig woordje Spaans. Ik heb het programma Boulevard van 4 april niet gezien. Zou je mij kunnen zeggen wat ze zeiden. Ging het over Prins Claus, die mijn vader is. Dit is allemaal wel heel bijzonder. Niets is voor niets. Alles heeft een diepere betekenis. Nogmaals bedankt voor de dikke brief en ik hoop nog meer van je te horen. Want een bijzonder leven heb je zeker. Met vriendelijke groeten uit Friesland, Maria Delorme.

Hartelijk dank hiervoor. Ook voor het knipsel uit Freizeit Revue d.d. 1 juli 1998, Diana's 37ste geboortedag. Ik beschouw jouw reactie van uitermate groot belang. Vandaar dat ik je per kerende post antwoord geef. Ik heb het programma Boulevard slechts fragmentarisch gezien. Ik ben inmiddels geïnteresseerd in elke berichtgeving die de bij mijn CERVANTESPLAN betrokken vorstenhuizen betreft. Deze keer ging het over al of niet vermeende buitenechtelijke kinderen van de familie Van Oranje. Jij werd hierin inderdaad genoemd als eventuele dochter van Prins Claus. Jullie lijken inderdaad erg veel op elkaar.

Op deze foto lijk ik ook wel iets op Prins Claus, vind ik. Hij is - met mijn oudste zoon Mark - op 31 augustus 2000 - gemaakt op het bordes van de aula van de Utrechtse Universiteit nadat mijn zoon zijn doctoraaldiploma aldaar in ontvangst had genomen. Exact drie jaar na de fatale ontvoeringspoging van Diana, waaronder ik - zoals je op deze foto kunt zien - veel heb geleden. Ik heb niet veel verstand van mediamieke gaven, maar ik vind het wel interessant dat je klaarblijkelijk een spiritueel contact met haar hebt opgebouwd en jij hebt kunnen ervaren dat zij jouw foto's en briefjes via mij heeft ontvangen. Ik vind het echter nog veel belangrijker dat St. James's Palace en KENSINGTON PALACE terzake ook daadwerkelijk verantwoordelijkheid gaan nemen. Ik kijk namelijk vanuit een juridische kant tegen de zaak aan. De meest betrouwbare getuige van het hele verhaal is mijn collega Liesbeth (Drs E.H.) Halbertsma. Ik heb vanaf 1 november 1989 tot begin juli 1991 intensief met haar samengewerkt op het Management Centrum de Baak in Hoofddorp en Noordwijk. In die tijd werd mij medegedeeld dat zij verliefd op mij zou zijn geworden. Op zich vond ik dat wel aardig, maar het belemmerde ons beiden in ons functioneren. Om die reden heb ik haar op 5 januari 1991 laten weten dat ik had besloten een op de Spaanstalige markt gerichte organisatie op te richten. Zij is nadien een belangrijke steun en toeverlaat voor mij gebleven als zogenaamde schaduwmanager. In maart 1992 heb ik op advies van haar advocaat mijn handelsmerk Instituto Cervantes bij het Benelux Merkenbureau gedeponeerd en werd enkele maanden later in de Engelse kolonie aan de Costa del Sol onder politie-escorte naar mijn appartement gebracht. Het ziet ernaar uit dat Diana toen al van mijn plannen op de hoogte was. Liesbeth Halbertsma kan dat als later statutair directeur van de Baak bevestigen. Op 8 oktober 1992 (gewijzigd 9 juli 2005) heb ik bij advocatenkantoor Nauta-Dutilh in Amsterdam ook de Stichting Cervantes Benelux opgericht. Van jouw vermoedelijke halfbroer Kroonprins Willem-Alexander kreeg ik in januari 1996 een brief met de mededeling dat hij met waardering kennis had genomen van de Stichting Cervantes Benelux.

Ik houd het op 'vermoedelijk' totdat jij mij kunt aantonen dochter van de door mij alom gewaardeerde Prins Claus te zijn. Een Schot in de Roos. Nadat ik in juni/juli 1996 mijn handelsmerk Instituto Cervantes definitief in gebruik had genomen en aan de Minister-President gemeld, heb ik op 31 juli 1996 de kroonprinsen van Nederland, België, Luxemburg en Spanje in het bestuur van de stichting uitgenodigd. Vanaf 1 augustus daaropvolgend is Nummer Vijf (Diana dus) in beeld gekomen. Op 14 augustus 1996 heb ik Liesbeth de volgende brief doen toekomen: Four times 7. Wat hiervoor en hierna tot en met 31 augustus 1997 is gebeurd staat in mijn boek beschreven. Nadat ik op Diana's uitnodiging kerstmis heb gevierd op Het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden, heb ik Haar ogenblikkelijk voorgesteld samen een Nederlands-Brits familiebedrijf op te richten onder de naam Instituto Cervantes. In november had ik haar al - in overleg met onze ambassadeur in Brussel - mijn businessplan doen toekomen. Nadat ik in januari 1997 ook het Instituto Cervantes Engeland en Wales had opgericht en mijn benoeming tot directeur van dat bedrijf had ontvangen heb ik haar verder wekelijks geïnformeerd en geadviseerd capital investors aan te trekken voor the company. In die zin had Diana inderdaad een relatie met Dodi. Hij beschikte immers over voldoende vermogen om in ons bedrijf te participeren. Onze plannen mochten echter niet voor 28 september 1997 uitlekken. Diana's gesprekken werden overal afgetapt en zij moest voortdurend tal van communicatiestrategieën bedenken en afleidingsmanoeuvres voor de pers. Ik vond het dan ook begrijpelijk dat zij met hem in de zomer van 1997 naar stille stranden voer met een minimum aan afluisterapparatuur. Het is echter volstrekt onjuist om te veronderstellen dat Diana van plan was met die man in het huwelijk te treden. Haar eerste verantwoordelijkheid was immers de opvoeding van de kroonprins. Vandaar dat ik daarover in april 1997 ook gesprekken heb gevoerd op ETON COLLEGE. Dodi Fayed was uitsluitend interessant als investeerder. Buitenstaanders hebben echter een vertekend beeld naar buiten gebracht, waaronder met name Dodi's vader, die van onze plannen op de hoogte was. Zie hiertoe blz. 403 van mijn boek. Nadat ik de heer Al Fayed in een faxbericht een substantiële participatie in ons nieuwe familiebedrijf had toegezegd heeft de heer Al Fayed junior gepoogd in de nacht van 30 op 31 augustus 1997 Diana mee naar zijn appartement te nemen. Dit is door de heer Al Fayed senior persoonlijk bevestigd met de mededeling dat zij zouden trouwen. Die mededeling is door Diana echter nooit gedaan en kon ook niet worden gedaan. Zij had immers een commitment met haar oudste zoon William om hem terzake eerst te raadplegen. Het dodelijke ongeval in Parijs vertoont alle kenmerken van een ontvoeringspoging. Nadat de zaak diepgaand door de Franse rechter Hervé Stéphan is onderzocht, is vastgesteld dat de eveneens 'verongelukte' chauffeur Henri Paul te veel alcohol in zijn bloed had. Tevens is de maximaal toegestane snelheid van 50 km/u met bijna honderd kilometer overschreden. De desbetreffende chauffeur handelde in opdracht van het Ritz Hotel, waarvan de heer Mohamed Al Fayed directeur en eigenaar is. Diana beschikte niet over haar eigen lijfwachten. Zij zat op de achterbank, terwijl - naar verluidt - Dodi Fayed instructies gaf aan zijn chauffeur. Er wordt momenteel zelfs gedacht aan een kamikaze-actie. De heer Sergeant David Sharp - lijfwacht van Diana en Prins William - heeft mij op 27 april 1997 op ETON COLLEGE laten weten dat ik in de eerste week van september een officiële reactie op mijn (huwelijks)voorstel zou kunnen verwachten. Dodi Fayed heeft dat met zijn ontvoeringspoging trachten te verijdelen. Ik heb de heer Al Fayed persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor de aangerichte schade, dit aan de Britse ambassadeur gemeld en mijn collega Halbertsma en haar advocaat verzocht terzake actie te nemen in het Verenigd Koninkrijk. Dank ook voor jouw gedichten. Het doet mij denken aan mijn bezoek aan het Zuidspaanse plaatsje Frigiliana op mijn 52ste verjaardag. Liesbeth heb ik tot 1 maart 2000 van alle ontwikkelingen op de hoogte gesteld. Ik citeer dienaangaande een fragment uit mijn brief van 10 november 1999.

"10 november 1999. Betreft: Santa Diana. Querida Isabel, Woensdag 10 november 1999. 9.52 Het is nu 23 jaar geleden dat mijn eerste zoon ter wereld kwam. 'Un hijo barón' volgens mijn hoogleraar Sánchez Romeralo. Gisteren heb ik rond 12.30 mijn brief aan jou bij 'taqilla múmero siete' afgegeven 'con urgencia'. 'De esta carta depende una compañía aéra. Es nuestro pan de cada día'. En de man achter het loket zette er twee fixe stempels op met 'URGENTE', 'URGENTE' en hij schreef een 'factura' voor mij uit van 415 peseta's. Daarna nam ik de bus naar Málaga tot aan de haven. Er hing een affiche van EasyJet: Con Navidad a Londres y Liverpool. Ik kwam er rond 13.10 aan en kocht een buskaartje voor de bus naar Nerja. 'Sale a las 14.00'. Ik had dus nog drie kwartier voor een bezoekje aan de parador. Lijn 35 stond al klaar naar de 'Gibralfaro'. In een slakkengangetje omhoog. Dat viel mij tegen. De laatste keer dat ik daar was geweest voor een afspraak met Brigitte Fend op 2 juni 1992 8.30 reed ik met een flinke vaart tegen die berg op. Een kop koffie zat er nu niet in anders miste ik de bus.Dus ogenblikkelijk terug om 13.50. Ik was nog net op tijd. De bus van Alsina Graells was iets te laat. Ik nam plaats. Links voor mij zat een jongeman. Goed in het pak. Hij was van de 'Kerk van Jezus Christus en de Heilige der Laatste Dagen'. Een Amerikaanse jongeman van 19 jaar - Elder Petersen - uit Salt Lake City in Utah. Daarover heeft Professor Knol mij nog wilde verhalen verteld als hij op zijn trimfiets zat. "Ben je daar nog nóóit geweest? Hè, hè, eindelijk kan ik je iets vertellen wat je nog niet weet." Vertelde hij dan. En zo ben ik aan 7000 familieleden gekomen uit de computer van die organisatie. Na een bezoek aan het gemeente-archief in Zutphen waar ik de leenacten van de familie had bestudeerd en een bezoek nadien aan Apeldoorn, niet ver van Het Loo. Zo ontspon zich een levend gesprek. "We are related to the Spencers in England". Mijn verhaal over mijn bezoek aan 21-23 Sheep Street, where I was served by a boy from Monaco with the name Christophe. "You and Princess Diana? You're mad!" was his reaction. "Everybody thought so, but I am not" I told him. "On Princes' Day in The Hague, before. A few weeks after she received my bunch of roses, when I entered the old Dutch inn 't Goude Hooft', the golden head, they played "If I were a carpenter and you were a lady. Would you marry me anyway? Would you be my baby? And then I wrote to Diana: "I am not a carpenter my dear Princess of Wales. I am the legal concolleague of the King of Spain.". "It's amazing" was Elders antwoord. "Yes. She was setting up our company in the United States, starting in New York with buying a purple cap with the number 492 on it. No-one knew what it meant. Not a single scientist in the United States had any idea of the significance. It was very easy. It meant april '92. My friend Cesar Rennert knows about it. He has a language institute in Manhattan. Today it's exactly 14 years ago that I met him. We had lunch together in the Parador Nacional in Málaga. Diana bought that cap at the Donna Karan Store, not far from his school. He has a house in Nerja as a matter of fact. If you meet him there, please give him my regards." En zo converserende kwamen we rond een uur of vier in Nerja aan. Elder werd opgewacht door een andere Elder. Het is waarschijnlijk een mormoonse aanduiding voor 'ouderling' of iets in die geest. Elder had inmiddels ook veel verteld over zijn eigen missie. Hij liet mij het boek zien dat ik ook ooit uit Apeldoorn had meegekregen. Het schijnt - rond 820 - te zijn geschreven door een zekere Joseph Smith, een evangelist ten tijde van het einde van het Heydenrijk. Zo kwam ons gesprek op 'geloofssystemen' en ik vertelde hem dat zijn geloof niet veel anders is dan het geloof dat de Spanjaarden hadden in de tijd van de Reconquista. Ik heb hem dus aangeraden om eens een kijkje te gaan nemen in Frigiliana. "Everyone was killed there by the christians in 1492. No one left. No one. You must go there. It will open your eyes... The Roman Catholic Church is out of date as a matter of fact. We now have a new Faith." "What's that". "Building the European Union. That's why I am here". Ik droeg mijn witte shirtje van de Baak. Met onder meer het opschrift agresivo: 'quiero mucho más'.

Na van de jongemannen afscheid te hebben genomen ben ik overgestoken naar de 'taquilla'. "¿Hay aquí un autobús para Frigiliana?" "Sí señor. Sale a las siete". Dat was dus nog drie uur wachten. "Entonces ¿puedo ir andando?" "¡Hombre, sí! Son unos seis kilómetros. Poco más o menos". Dus na het nuttigen van een bocadillo en een café con leche in een bar 'donde solo hablan Andaluz' ben ik weer als pelgrim aan het werk getogen.

Te voet naar boven.

Halverwege stopte een auto. Een donkerblauwe Scorpio Granada i, zoals Jan Wilzing van zijn baas cadeau had gekregen nadat hij in Zwolle als commissaris was aangesteld. Maar dit was een Britse auto met kenteken E575 HGM. 'The driver' stapte uit om het panorama in ogenschouw te nemen. Ik ging naar hem toe en sprak hem aan. 'I go up once in a year. I have my house in Nerja'. 'That's a coincidence'. I come here once in seven years. Ik dacht daarbij aan de autorit met Enrique Caro op 4 juni 1992 en wat hij zei: "Aquí te vas a enamorar. Te vas a enamorar de este pueblo". Het was exact op dezelfde plek. Ik had als doelstelling: Nerja, Escuela Hispánica, Curso de sensibilidad de le lengua española. Ik citeer mijn bezoekverslag. Enrique heeft bij die gelegenheid foto's gemaakt die 'compromitadoramente' kunnen worden gebruikt." Bij terugkomst in Nederland heb ik hem de volgende brief geschreven: "Nimega, 18 de junio de 1992. Querido amigo, Acabo de llegar de España en los Países Bajos. Con esta carta te quisiera agradecer para la inolvidable acogida en Nerja y sobre todo la acogida personal. Como sabes visité un sinúmero de escuelas de idiomas en España, pero tu acogida fue lo más personal de todos. Me acuerdo de que desde principios me dijiste "Este pueblo te va a encantar. Te vas a enamorar". Y resultó así. Me enamoré del sitio y me enamoré de la hermana de tu novia como ya habías notado, cantando tu a la hora de despedida "Een beetje verliefd". Ciglia me había encantado ya desde el primer momento que la ví en la casa de Rosario. Así que el paseo a caballo para mi ha sido la mejor experiencia del viaje. Yo no podía quedarme a consecuencia de las obligaciones, lo que sentía muchísimo. Y no sabía qué hacer como hombre recien separado de 44 años para con esa chica, madura ya como creo, de 27 años. Durante nuestro paseo a caballo saqué algunas diapositivas. Procuraré hacer algunas copias de foto y mandártelas. Del otro lado yo sería muy interesado en tus fotos, también los que yo saqué con tu cámara de Ciglia. Me harías gran favor comunicárselo a ella y darla mi dirección, para que me pueda enviar un ejemplar. Como diste, "tu no me has regalado nada todavía", tienes razón. Es verdad que yo no esperaba una acogida tan personal de tu parte. En Holanda somos un poco más reservados. Pero no te preocupes. Si la Asociación llegue a un acuerdo satisfecho conmigo, lo vas a ver. Enrique, muchas gracias otra vez y un fuerte abrazo de mi parte para ti y los suyos y a Ciglia en particular. John."

Er was rond die tijd nóg een jongedame van die leeftijd. Ik had haar petje echter nog niet gezien. Hierover ging het gesprek in de blauwe auto, nadat ik de Engelsman een lift had gevraagd naar het dorp. "Where do you come from, from Holland?" "From Nijmegen. My parents live there. No, my mother. My father died last year, actually. Do you know Nijmegen?" "No, I only know Zandvoort". "I should have been living in England, as a matter of fact. If princess Diana would'nt have died. I was about to go and live in the former house of fieldmarshall Montgomery in Royal Leamington Spa. We were setting up a company." "What kind of company?' 'Management Trainings." "Oh, right". "I noticed the monarchy has been saved in Australia. Congratulations". "Oh yes. The funniest thing is that the world will be ruled in due course by someone who lied under oath in St. Paul's Cathedral. I wonder what would have happened if Queen Victoria would have appointed her cousin Wilhelm to be her heir to the throne. Der Kaiser. We would probably have become Germans. All of us. Because of the House of Hannover. They are all Germans. We also helped the Russians to get the Csar out of the way. So We founded a communist state as well." "Yes, Ich dien. And the Spencers?" "They were Tudors. Were'nt they? Before the Stuarts came." "All that I know is that they were from the region were I was going to live. The region of Stratford and Warwickshire and that they are the oldest British noble family." "Yes, that could be. I don't know on which side they were fighting in the War of the Roses. I don't know if their colour was red or white." "I think it was red. Yes, I remember. It was in the time of Lord Brooke". Daar zat ik dus aardig naast. Net als in El Toboso. Ik had ook nog bijna gezegd: Gordon Neville, the Kingmaker. Maar dan praat ik natuurlijk over Loek en de zanger van de New London Chorale. Ik ben dus gauw uitgestapt aan het begin van het dorp. Het was rond een uur of vijf. De eerstvolgende bus zou pas om 19.30 uur teruggaan. Ik had dus ruim de tijd. Eerst door het niet toeristische gedeelte gewandeld. Langs de Calle Cervantes.

Ik kwam toen uit bij de bar El Ingenio ofwel The Genius en stond plotseling voor het winkeltje waar Enrique het kompas voor mij heeft gekocht dat ik aan jou heb gegeven om de juiste richting aan te wijzen.

Er stonden ook drie Engelse dames in de winkel. Ik vertelde hen mijn verhaal. "Seven years ago I got a present here that I gave to my colleague. She brought me into contact with princess Diana." Ik kocht twee kaarten en zei: "Now I don't have to send her a card anymore". "And for whom is that card?" "For my colleague of course. She is now the director of my company". "Oh, wonderful!" was de reactie van één van de 'ladies'. Ik vertelde hen uiteraard mijn verhaal over mijn reis naar Engeland van 1 tot en met 10 augustus 1996: "On the 31st of July 1996 I invited the Crown Princes of the Benelux and Spain in my Foundation and went to England the next day. There my number five came into the picture. It started on the terrace of THE ANGEL ON THE BRIDGE in Henley-on-Thames." "Oh, how nice!" was de reactie van één van de dames, die spontaan aanbood een foto van mij te maken:

"I was baptized in the parish church of Henley. Do you know that church, with the eagle?" Natúúrlijk ken ik die 'church'.

Ik heb er nog dozen vol foto's van, voor het geval ze niet zijn gestolen. Daarom heb ik mijn kaart ogenblikkelijk daarna op de brievenbus gedaan, om te voorkomen dat er nog ooit een keer een verhaal de ronde doet dat ik last zou hebben van 'hallucinaties'. In ieder geval had ik diezelfde 'hallucinatie' al een keer uitgetekend in dat ziekenhuis. Nadat een jongedame bij die brievenbus naar buiten kwam met de boodschap "¡La reina vuelve a venir!" ben ik 'cuesta arriba' gelopen in de Calle de la Amargura.

Dezelfde weg als met Enrique zeven jaar terug. Ik las er alle opschriften over hetgeen er met de moorse bevolking is gebeurd in 1492 onder verantwoordelijkheid van de heer Requesens. Hij was toen klaarblijkelijk grootinquisiteur, voor zover ik mij nog kan herinneren van mijn eerste bezoek aan Toledo, toen ik het leven van El Greco heb bestudeerd. Ik kwam uiteindelijk bij het dorpspleintje uit en de plaatselijke kerk. Daar ben ik uiteraard naar binnen gegaan.

Er stond een christusbeeld met een zwart gezicht. Een moorse Christus. Wellicht komt Henk van der Meyden er nu eens achter waarom hij Diana in een moorse kledij heeft afgebeeld in zijn 'Privé'. Hierop heb ik (zie 'Privé 961129.2) nog gereageerd met de boodschap: "TELEFAX Bestemd voor: Redactie Privé. Telefaxnummer: 020-5853375. Betreft: Mijn Grote Liefde. Afzender: J.L. Van der Heyden. Datum: 29 november 1996. Aantal pagina's: 1. Geachte Redactie, Aangaande Uw vraag of Prinses Diana Moslim wordt, kan ik U het volgende mededelen. Zij wordt mijn Echtgenote! Dáár zal ik wel voor zorgen. Hoogachtend, J.L. Van der Heyden." De dames uit Henley heb ik ook nog laten weten dat 'she wore a wig. She came in disguise'. Waarop zij vroegen 'why?'. Ik heb hen daarop niet laten weten dat zij kort daarvoor Margreeth Woudsma had gebeld en Margreeth hetzelfde kastanjebruine haar heeft als Diana's pruik. Bij het verlaten van de kerk hoorde ik Nederlands spreken. Een Nederlandse jongeman en jongedame waren daar druk aan het werk. Ik vertelde hen dat ik alleen mijn verjaardag aan het vieren was en had gehoopt dat nu met mijn Britse partner te hebben kunnen doen. Zij waren bezig met het opzetten van een zogenaamde coffee shop. Zonder verdovende middelen overigens, naar zijn zeggen. 'Kun je daar geen betere naam voor bedenken?' was daarop mijn reactie. 'We staan hierdoor toch al niet zo goed bekend'. Ik was ook nog even naar het pleintje gelopen met het terras van de Inquisiteur waar Enrique mij heeft uitgelegd wat dat betekent: la sensibilidad de la lengua española.

Teruglopend kwam ik langs de Casa de la Diputación en las in een gevelsteen: 'Esta casa fue visitada por S.S.M.M. los Reyes el día 23 de junio de 1998.'

Op die dag heb ik je nog een brief geschreven over England. Uiteindelijk kwam ik uit bij een winkeltje waar vino de Frigiliana werd verkocht. Ik heb geen alcohol meer gebruikt. Maar voor mijn verjaardag wilde ik een uitzondering maken. Een oudere dame - in de Calle Travesía, 4 - schonk mij een klein glaasje vino dulce in en ik liet haar mijn label zien van de Baak met het opschrift 'J.L. van der Heyden Instituto Cervantes NBLEW'.

Ik legde haar uit dat die letters staan voor 'Holanda, Bélgica, Luxemburgo, Inglaterra y Gales' en dat haar koning mijn collega is en Diana mijn partner. "Es un gran honor señor teniendo Usted aquí en mi casa. La próxima vez vuelve usted con ella." "No es posible, señora. Está muerta." "No señor. Usted la lleva en su corazón". Inmiddels was de duisternis ingevallen en ben ik nog even langs de 'casa de pensionistas' gelopen met een fles Vino dulce de Frigiliana, die ik mij cadeau heb gedaan voor 350 ptas ter gelegenheid van mijn verjaardag.

Rond half zeven ben ik naar beneden gelopen. In de donkere nacht. Meer dan een uur lopen in het pikkedonker. Vanuit Nerja met de bus terug naar Málaga en Torremolinos.

Dit als reactie op jouw:

Grafdicht

Do not stand at my grave and weep;
I am not there. I do not sleep.
I am a thousand winds that blow.
I am the diamond glints on snow.
I am the sunlight on ripend grain.
I am the gentle autumn's rain.
When you're awaken in the morning's hush,
I am the swift uplifting rush
Of quiet birds in circled flight.
I am the soft stars that shine at night.
Do not stand at my grave and cry;
I am not there. I did not die.

Anoniem grafdicht gevonden op het lichaam van een dode Engelse soldaat in Noord-Ierland (1989).

Nog even de actualiteit. De laatste keer dat ik De Prinsentuin heb bezocht was in augustus 1999. Ik heb dienaangaande toen nog de volgende brief verzonden aan de nieuwe directie van Het Stadhouderlijk Hof: Programma Spanjebezoek. Ik heb hierop geen reactie meer ontvangen. In de Prinsentuin heb ik met de heer Douma toen wel gesproken over het gelijknamige boek van Simon Vestdijk. Een zeer groot liefhebster van deze schrijver is mevrouw Helma Wijffels uit Maarn, waar ik tien jaar heb gewoond (1981-1991). Over haar echtgenoot las ik vandaag in de Telegraaf: PRINSES IRENE: Nederland wordt ooit republiek Ook PRINSES IRENE zie ik graag in het bestuur van de Stichting Cervantes Benelux. Zij is een collega van mij. Ik ben ook nog beëdigd vertaler Spaans. Het programma wordt in de nacht van vrijdag op zaterdag 12 april vanaf 00.12 uur uitgezonden op Nederland 1. Ik hoop dus dat de puzzel nog dit weekend in elkaar valt. Op 'mediamiek' terrein laat ik mij dagelijks leiden door de horoscoop in de Telegraaf. In Diana's tijd was dat nog het sterrenbeeld Kreeft (Cancer). Nu zijn dat de sterrenbeelden van mijn collega's Drs. Liesbeth Halbertsma (Maagd) en Drs Peter Ottenhoff (directeur/medeoprichter Stichting Beroepsgerichte Opleidingen SBO) (Vissen) en mijzelf (Schorpioen). Volgens de Kamer van Koophandel in Amsterdam en advocaat en procureur Mr. Gijsbrecht van Amstel te Bunnik (v/h WIJK BIJ DUURSTEDE, waar PRINSES IRENE woonachtig is) heeft de Stichting Cervantes Benelux hetzelfde vestigingsadres aan de Winthontlaan 200 B12 in Utrecht als de SBO. Liesbeth heeft van mij een volledig mandaat om de organisatie op te bouwen conform het businessplan dat ik heb geschreven. Vandaag werd ook bekend dat het Nederlandse bouwbedrijf HBG in Spaanse handen is gekomen. Dat past exact in mijn strategie. Ik hoop dus dat onze organisatie dit weekend rond komt. Dan kom ik graag nog een keer terug naar DE PRINSENTUIN Met hartelijke groet, JOHN L. VAN DER HEYDEN.

P.S.1. De pijn aan Diana's knieën kan ik mij goed voorstellen. Zij schijnt immers nogal vaak in een kerkje in Kensington op bezoek te zijn geweest bij een priester die in Turkije heeft gewerkt. Ze heeft daar - naar verluidt - veel gebeden na mijn aanzoek op 28 december 1996. P.S. 2. Waar komt de naam Delorme vandaan?

13 APRIL 2002 CORRECTIES TER ATTENTIE VAN MARIA DELORME IN HARLINGEN

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN