Instituto Cervantes NBLEW Postbus 689 3500 AR UTRECHT Telefoon 030 - 233 1574 De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer Frank de Grave Anna van Hannoverstraat 4 2595 BJ 's-GRAVENHAGE Datum: 23 april 1998 Betreft: KROON OP HET WERK Kenmerk: ICNBLEW/SoZaWe980423 Geachte heer De Grave, Met buitengewoon veel genoegen kijk ik terug op de wijze waarop wij beiden zij aan zij gisteren in een rolstoel de Nieuwe Kerk in Den Haag zijn binnengereden.

Ik vond het eveneens erg prettig de gelegenheid te hebben gehad even naast u te hebben kunnen plaatsnemen tijdens het debat onder leiding van Marcel van Dam.

De discussie spitste zich toe op de vraag of een 'zieke' werknemer nog kan presteren. Aan deze discussie lever ik hiermee graag een bijdrage met mijn persoonlijke verhaal, zeer in het kort. Ik heb een zeer druk arbeidszaam leven achter de rug. Tien jaar lang werkzaam geweest als onderwijzer op een basisschool. Daarnaast een eerstegraads studie Spaans gevolgd. Aangezien er voor de beroepsgroep hispanisten geen werk voorhanden was zelf het initiatief genomen tot het starten van een taleninstituut. Mijn leven is gekenmerkt door een voortdurend tegen de stroom in moeten zwemmen, omdat ik altijd zelf mijn werk heb moeten genereren. Van 1979 tot 1987 heb ik een taleninstituut gerund dat op zijn hoogtepunt 5800 cursisten kende en 400 free lance docenten. In die tijd heb ik ook nog hard (onbezoldigd) gewerkt aan de totstandkoming van een officiële erkenningsregeling van particuliere opleidingsinstituten (de Wet op de Erkende Opleidingsinstituten: WEO) door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Ten gevolge van een intern conflict binnen mijn managementteam ben ik in 1987 in de ziektewet geraakt en nadien in de WAO. Aangezien thuis zitten de ziekteverschijnselen - chronische vermoeidheid - alleen maar verhevigen heb ik mij in 1988 aangemeld voor de managementopleiding 'Assistant-to-the-Manager' van de Baak/Nieuw Elan te Noordwijk, nadat ik al eerder een instituut had opgericht met het doel werkzoekende academici om te scholen naar internationale managementfuncties (SBO). In de periode 1989/1991 draaide het kabinet Lubbers/Kok de subsidiekraan voor werkzoekende academici dicht. Dit leidde tot ernstige financiële problemen bij de Baak. Mijn collega/werkgeefster heeft mij toen in dienst genomen als office-manager om samen het bedrijf te reorganiseren. Hierbij maakte zij handig gebruik van de aanvullende loonkostensubsidieregeling die uw departement ons bood. Samen hebben wij dat varkentje gewassen en de Baak is nu weer een bloeiend bedrijf. Ik geef u dit voorbeeld, aangezien dit ook een stimulans kan zijn voor andere werkgevers om mensen uit de WAO in dienst te nemen. Er wordt immers vaak niet bij stilgestaan dat mensen pas ziek worden zodra zij uit het arbeidsproces worden weggerukt. Wanneer zij de prettige contacten met hun collega's plotseling kwijtraken en in een isolement komen te verkeren. Dat is bij mij ook gebeurd in 1991. Hoewel ik dacht aan een nieuwe start te kunnen beginnen ben ik in een diep gat gevallen en depressief geworden. Juist ten gevolge van het feit dat ik verstoken raakte van het contact met mijn collega's en de ontwikkelingen op managementgebied. Tegen deze ziekte bestaat slechts één remedie: werken. Nog steeds word ik elke morgen doodmoe wakker. Maar ik heb nog nooit zo hard gewerkt als de afgelopen zeven jaar. Ik had immers besloten wederom een nieuw bedrijf te beginnen. Daarvoor heb ik een Business Plan gemaakt, een handelsmerk 'Instituto Cervantes' bij het Benelux-merkenbureau gedeponeerd en een stichting opgericht onder de naam Stichting Cervantes Benelux. In het voorjaar van 1996 heb ik het handelsmerk definitief in gebruik genomen en in januari vorig jaar ook nog een Limited Company Instituto Cervantes England and Wales opgericht, teneinde deze te kunnen omzetten in een Holding met werkmaatschappijen met als voornaamste doelstelling Nederlands- en Engelssprekenden met kennis van het Spaans aan het werk te helpen. Hiertoe had ik een Engelse samenwerkingspartner op het oog die kort voordat we tot overeenstemming zouden zijn geraakt is verongelukt. Die klap is ook weer hard aangekomen en ik vond het dientengevolge ook een goede service om ons gisteren een rolstoel aan te bieden voor een kort ludiek ritje. Inmiddels heb ik veel lovende reacties ontvangen op mijn initiatief. Maar tot op heden heb ik nog niemand bereid gevonden om daadwerkelijk zijn schouders onder mijn beoogde organisatie te zetten. Uw collega Minister Melkert heeft mijn plan bestudeerd en er met waardering kennis van genomen. Van Prins Filip van België heb ik tot twee keer toe de allerbeste wensen ontvangen voor het welslagen van mijn initiatief. Ook de vorstenhuizen van Nederland, Luxemburg, Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben met waardering van het plan kennis genomen, alsmede de regeringsleiders Kok, Aznar en Blair. Nochtans heb ik nog geen enkel initiatief gezien om mijn plan financieel te ondersteunen. Sterker nog: persoonlijk heb ik al zo'n kleine honderdduizend gulden in het plan geïnvesteerd op het gebied van netwerkopbouw in de Benelux, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Het plan biedt de mogelijkheid om duizenden, zoniet tienduizenden of honderdduizenden weer aan het werk te helpen. In de Nederlands-Spaanstalige arbeidsmarkt ligt een gigantisch onontgonnen terrein aan werk braak. Ongekende mogelijkheden liggen er voor het Nederlandse bedrijfsleven open in Spanje en Latijns-Amerika. Maar er zijn wel mensen nodig die het werk moeten doen. De grootste aantallen zitten daarvan in de kaartenbakken van de Arbeidsbureaus. Die kunnen er weer snel uit, zodra u hieraan uw medewerking verleent. Het debat onder leiding van Marcel van Dam vond ik buitengewoon boeiend. Ik heb ook veel waardering voor de wijze waarop u de betreffende problematiek onder de aandacht brengt door middel van een constructieve wetgeving dienaangaande. Een soortgelijk debat van de heer Van Dam zou ik ook nog wel een keer willen meemaken, maar dan als thema 'Wat doen we met al die mensen die Spaans hebben gestudeerd en niet aan het werk kunnen komen'. Wellicht is dit een nieuw thema in het kader van Kroon op het Werk en hoop ik dat mijn organisatie volgend jaar ook kan worden genomineerd. Daarom neem ik elke dag mijn Inspirine in en neem mij voor de bijsluiter in het Spaans te vertalen. Van de heer Melkert ontving ik het bericht dat hij verwacht dat mijn plan uit werkgeverskringen zal worden ondersteund. Hoewel het idee op de Baak is geboren heb ik niet de ervaring dat werkgevers staan te trappelen om er geld in te investeren. Dit zal wellicht anders komen te liggen wanneer de overheid hier ook een stuk aan bijdraagt. Ik denk hierbij aan een splitsing van commerciële en niet-commerciële activiteiten. U beheert 32 miljard aan uitkeringsgelden. Ik mag aannemen dat u hiervan wel een klein bedrag kunt afsplitsen ten behoeve van de Stichting Cervantes Benelux, zodat van hieruit arbeidsmarktbeleid kan worden ontwikkeld voor de Spaanssprekenden in ons land. Dan mag ik ook aannemen dat er uit werkgeverskringen in de Holding kan worden geïnvesteerd. Het Spaanse Instituto Cervantes op het Domplein vormt dan voor mij geen probleem meer. Zij beschikken over een uitstekende bibliotheek die ondersteunend kan werken voor de hierboven gemelde Nederlandse en Britse rechtspersonen. Uw collega Melkert heb ik op 27 oktober vorig jaar de volgende brief doen toekomen. ICNBLEW/SoZaWe971027. Inmiddels kan ik u de verdere ontwikkelingen terzake melden. De gemelde oud-collega betreft Drs E.H. Halbertsma, statutair directeur van de Baak. Ik heb van haar nog geen bericht ontvangen dat zij mijn verzoek heeft ingewilligd. Ik hoop dus dat dat snel gebeurt, aangezien zij goed bekend is in het Verenigd Koninkrijk. Met Professor Knol heb ik de laatste maanden intensief contact gehad. Hij ziet echter voor zichzelf geen rol weggelegd voor de organisatie. Dat geldt ook voor de heer Nauta. Dat betekent dus dat we het over een andere boeg moeten gooien. Wellicht in het kader van de Pemba. Het maakt mij immers niet uit of ik met zieke of gezonde partners werk, als ze maar gedreven zijn. Ik hoop vanaf heden op uw onmisbare steun te kunnen rekenen en verneem graag op welke wijze u mijn te bouwen organisatie van dienst kan zijn. Ik heb maar één behoefte: geld en goede mensen. Uw medewerking wordt op voorhand zeer op prijs gesteld. Met hartelijke groet, JOHN VAN DER HEYDEN Esq.

28 MEI 1998 MISSIE TER ATTENTIE VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN