4 november 1992. Beste Bob, Ik kom zojuist uit het Haagse en trof je telefoon een tijd in gesprek. Morgen zit mijn agenda van 's morgens vroeg tot middernacht vol. Vandaar dat ik je even dit briefje schrijf i.v.m. mijn bezoek aan het Talencentrum Den Haag. Hoofdpunten uit het gesprek met mevrouw Van Egmond: 1. Omzetcijfers Spaanse cursussen gedurende laatste vier jaar: '89 - 115.000; '90 - 93.000; '91 - 141.000; '92 - 40.000. Een stevige promotie-actie voor het Spaans in het bedrijfsleven is dus van groot belang. Ik zal hierover morgen met mevrouw Alonso, cultureel attaché Spaanse ambassade, van gedachten wisselen. 2. M.b.t. het door mij gezonden stuk: Sterke punten zitten aan de produktzijde/leverkant; Marktgegevens ontbreken nog. Dit bevestigt jouw ideeën van maandag. We moeten dus snel op zoek naar een stagiair die op korte termijn met het marketingplan aan het werk moet. 3. Potentiële onderhuurder maakt geen gebruik van aanbod. Wij zijn nu de eerste potentiële onderhuurder, mits mevrouw Van Egmond besluit in overleg met haar verhuurder te verhuizen naar een goedkoper pand. Zij belt mij hierover. 4. In het nemen van een licentie is zij eerst geïnteresseerd wanneer het een aantoonbare omzetverhoging oplevert.

13 NOVEMBER 1992 VERSLAG GESPREK MET DE CULTUREEL ATTACHÉ VAN DE SPAANSE AMBASSADE TE 's-GRAVENHAGE TER ATTENTIE VAN DE HEER J.W. VAN AALST

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN