22 augustus 1998. Betreft: ORANJE KAVIAAR Kenmerk: JH/LH980822. Beste Liesbeth, Zaterdag 22 augustus 1998. Liefde is... ...zijn stem op jouw antwoordapparaat. Ik ben benieuwd of je mijn stem nog hebt op jouw antwoordapparaat. Daar heb ik toen veel moed voor bij elkaar moeten rapen. Ik wist immers niet of dat op prijs zou worden gesteld. Het was in ieder geval van harte gemeend. Ik zou nog wel vaker willen bellen, maar ik beschik niet over jouw telefoonnummer en ik kan evenmin de nieuwe bewoners aan de Willem de Zwijgerlaan lastig vallen voor jouw telefoonnummer in Kaag als je daar nog woont. Als jij mij belde in Maarn was ik altijd in de wolken. Eigenlijk wel een beetje vergelijkbaar met mijn gemoedstoestand op 30 april vorig jaar. Mijn vrouw werd dan jaloers. Ik kreeg dan van alles naar mijn hoofd geslingerd. Is dat nou een typisch vrouwelijke eigenschap? Of zijn er mannen die ook zo reageren? Die vraag heb ik mij vaak gesteld. Het zou wel aardig zijn als daar ooit een antwoord op wordt gegeven. Ik zie vandaag immers de heer Mr Jaap de Ruyter de Wildt in de krant. Uit Groningen. Je kent hem wel. Wát een stad! Die heb ik goed leren kennen in de tijd dat ik bezig ben geweest om de heer Breuker van je lijf te houden. Wát was die man nijdig dat hij uit die cursus was verwijderd. Ik heb hem wel gezegd dat ik zijn projectleidster ooit had geadviseerd lastige leerlingen gewoon te verwijderen als de goede naam van ons bedrijf zou kunnen worden geschaad. Ik ben dus uiteraard ook verantwoordelijk voor zijn verwijdering. Hoewel ik daar niet van op de hoogte was. José heeft dat immers niet gemeld. Integendeel. Dat is de grootste stommiteit die ik ooit heb meegemaakt van een collega. Zij had verantwoording moeten afleggen tijdens de projectleidersvergadering. Dáár vond de besluitvorming plaats over de cursisten. Nu heeft ze jou er persoonlijk bijgetrokken. Ik blijf van mening dat jouw handtekening op dat briefje een formaliteit is en José de volledige verantwoordelijkheid draagt voor die aangelegenheid. Ik herinner mij ook nog als de dag van gisteren dat je mij naar Groningen had gestuurd om daar orde op zaken te stellen. Als ik mij niet vergis was dat rond 10 juni 1990. Ik logeerde op rekening van de Baak in het Altea Hotel. Daar realiseerde ik mij voor het eerst dat ik was veranderd. Vanaf dat moment was jij mijn nummer één. Mijn missie was om Nieuw Elan Noord onder onze vleugels te krijgen. Met name door de computersystemen van Groningen en NOORDWIJK aan elkaar te koppelen in het kader van de door ons beoogde centralisatie. Ik kreeg daar echter geen medewerking. Er werden tests afgenomen voor de Management Opleiding Noord. Plotseling werd er een grote steen door de ruiten gegooid. "Er waait een frisse wind door Nieuw Elan" zei ik tegen Jan Willem Snippe. Ik was echter van mening dat Snippe daar niet thuis hoorde. Wij waren immers zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van onze opleidingen en het Arbeidsbureau diende slechts de rekening te voldoen en cursisten te leveren. Punt. De gehele geschiedenis nadien staat beschreven in mijn Brieven aan Breuker, waarvan ik je volledig in kennis heb gesteld om mijn doel te bereiken: Angela Vincente aan de Top. Ik heb nadien niet veel contact meer gehad met de heer Breuker. Nadat hij de Groningse ombudsvrouw, mevrouw Jeltje Meulenbroek, enkele ongevoeglijke predikaten had toegevoegd heb ik hem nog één keer uitgenodigd. Het was tijdens mijn eerste bezoek aan Het Stadhouderlijk Hof. Ik logeerde daar onder meer in verband met de noodzakelijke herstructurering van het Openbaar Ministerie en de afschaffing van het zogenaamde gedoogbeleid: het meten met twee maten door medewerkers van de Nederlandse Justitie. Het is goed dat de heer Van den Broek zich daar weer mee bezig houdt. Dan is dat in ieder geval vertrouwd. 's Avonds heb ik daar met de heer Breuker in de kelder een eenvoudige maaltijd genuttigd. Het was in het weekend van 22 juni 1996.

De heer Breuker attendeerde het bedienend personeel erop dat mij een vorstelijke maaltijd toekwam. Men heeft daar toen goede nota van genomen. Ik had inmiddels in het Fries Museum ook de foto van Joost Hidde Halbertsma zien hangen. Om die reden is de heer Breuker de volgende dag met mij naar Grouw gereden.

Hij bracht mij naar de palletfabriek van Halbertsma, het Halbertsmaplein en de doopsgezinde kerk. Daar ben ik op de preekstoel gaan staan. Wij hebben immers al heel wat predikheren in de familie gehad. Ik voelde mij daar dus wel thuis.

Tenslotte hebben wij iets genuttigd in het paviljoen De Vrijheid aan het meer van Grouw, waaraan ik ook moest denken toen ik vorige maand in Het Kompas dineerde in Kaag.

De maaltijd die nadien werd opgediend was inderdaad vorstelijk. Ik heb Peter daar toen nog een briefje over geschreven. Het luidde alsvolgt: ORANJE KAVIAAR. Zo'n mooie verjaardagskaart had ik nog nooit gehad lieverd. Ik zie ook een groot artikel over Rik Felderhof in de krant. Het interview is in NOORDWIJK afgenomen. Op Landgoed Beeckestein. Daar ben ik onlangs ook nog op de fiets voorbij gekomen. Op weg naar de makelaar in Noordwijkerhout. In verband met de bungalow. Denk je daar nog aan? Ik heb nog niets van Rik gehoord over die uitzending in het bubbelbad. Het is inmiddels al weer meer dan vier maanden geleden dat hij een brief van mij heeft ontvangen. Ik zal daarom maar weer een pannekoek gaan nuttigen in Het Jagershuys. Ik deponeer dan de volgende brief bij hem in de bus: VILLA FELDERHOF. Als hij zijn werk goed doet mag hij ook bij ons in het Bubbelbad. Morgen ga ik weer even naar Nijmegen. Vrijdag wordt een belangrijke dag. Hartelijke groet. P.S. Victoria Adams is in verwachting van haar voetballer. Ze is niet mijn buurvrouw, maar heeft er veel van weg. Ik geef dus nog steeds de voorkeur aan Bryan (I do it for you!)

23 AUGUSTUS 1998 BELEGGEN OP DE BABYBEURS