26 mei 1998. Betreft: DE BASTAARD. Kenmerk: JH/LH980526. Beste Liesbeth, Maandag 25 mei 1998. Hier op het Jansveld vond ik vanmiddag een theatercafé met de naam De Bastaard. Ik ben daar binnen gegaan en vond daar een brochure over de Spaanse dichter Federico García Lorca. Hij is naast Cervantes mijn meest favoriete Spaanse schrijver en ook op hém ben ik in 1977 afgestudeerd. Daarbij heb ik werken bestudeerd als Bodas de Sangre (Bloedbruiloft), Yerma, La Casa de Bernarda Alba en Rosita y las flores. Lorca is geboren in het plaatsje Fuente Vaqueros, niet ver van Granada, waar ik ook nog goede vrienden heb sinds mijn laatste bezoek in 1992.

Het opmerkelijke van Lorca's toneelwerken is dat al hetgeen hierin gebeurt voortekenen zijn van een ontknoping die altijd voorspelbaar is. In Lorca's werken loopt het helaas altijd slecht af met de hoofdpersonen. Een soortgelijke visie hanteer ik eveneens, maar vanuit een omgekeerd perspectief: mijn hoofdpersonen winnen altijd in mijn stukken, zoals Angela Vincente. Dat is een onoverwinnelijke engel. Als het goed is leest zij thans dit verhaal, aangezien het aan mijn blauwe engel is gericht. Zij is immers zeer goed thuis in mijn wereld die in het verleden door buitenstaanders als 'buiten de werkelijkheid' werd aangeduid. De werkelijkheid is echter dat ik hier tegen de achterkant aankijk van de Winkel van Sinkel. Het assimilatieproces is al begonnen. Ik denk dat het goed is dat de club op het Domplein zich in het vervolg Instituto Cervantes de España gaat noemen om verwarring met mijn organisatie te voorkomen. Het is derhalve ook niet handig dat dat bedrijf wordt aangeduid met de naam 'Cervantes'. Dat is immers in strijd met artikel 1.2 van de statuten van de Stichting Cervantes Benelux. Er is ooit vanaf het dak van de Winkel van Sinkel op mij geschoten. Nochtans heb ik laten weten geen Tweede Tachtigjarige Oorlog te ambiëren. Dat heeft immers al aan teveel familieleden het leven gekost. Vooral in Zutphen. Ik denk dat het daarom goed is dat ik in dat weekend mee ga dansen en eten. Dat is inmiddels een nieuwe favoriete tak van sport geworden nu Nederland met 'hakkie' van Duitsland heeft verloren. Emile Ratelband heeft er blijkbaar geen rekening mee gehouden dat de familie Van der Heyden-Rijnsch een Kleefse adellijke familie is. Daarvoor lijkt het mij zinnig dat hij eens een kijkje neemt naar de videoband Op dood spoor. Een televisierapportage van de laatste rit van mijn vader per trein van Nijmegen naar Kleve. Zijn spoor loopt nu inderdaad dood. Van die wetenschap hebben de Duitsers handig gebruik gemaakt en daarmee Emile volledig overklast op het gebied van neurolinguïstisch programmeren. Ik heb immers nog geen indicaties dat hij zich goed in mijn positie heeft verdiept. Jammer. Met alle respect. Maar Emile Ratelband kan niet alles alleen. Daar heeft hij uiteraard professionele begeleiding bij nodig uit het Hart van Utrecht. Ik had al lang een telefoontje van hem verwacht. Hij beschikt immers over mijn kaartje. Dat heb ik hem nog gegeven op 28 november in de Pieterskerk. Inmiddels zijn we al weer zes maanden verder.

De Bastaard doet mij verder denken aan het gesprek van gisteren op Slot Zeist over Willem Adriaan van Nassau Odijk en zijn vrouw Elisabeth. Het zat Willem Adriaan helemaal niet lekker dat hij met 'bastaard' werd aangeduid. Het was immers niet zijn verantwoordelijkheid dat zijn grootvader zijn relatie met zijn grootmoeder niet door de kerk had laten bekrachtigen. Hij was zelfs genoodzaakt om door zijn wapen een schuine streep te laten lopen om aan te tonen dat hij een bastaard was. In de laatste week van zijn leven heeft prins Maurits nog een poging ondernomen om zijn relatie met Margaretha nog een officieel karakter te geven en zijn kinderen nog achteraf te 'echten', zoals dat heet. Ook heeft hij zijn halfbroer Frederik Hendrik in die week met uiterste drang geadviseerd om met Amalia van Solms in het huwelijk te treden. Frederik heeft dat advies overgenomen, waarmee de nalatenschap van Willem de Zwijger was gegarandeerd tot aan stadhouder-koning Willem III. Dit doet mij denken aan de Willem de Zwijgerlaan in Oegstgeest. Ook de houding van Corstiaan de Vries in de stoel doet mij daaraan denken. Ik mag aannnemen dat je hierover wel eens hebt nagedacht bij het onderwerp 'bastaard'. Binnen de Hoge Raad van Adel is daar de laatste jaren diep over nagedacht. De nieuwe wet op de adeldom voorziet er thans in dat de vader van een adellijk kind de verantwoordelijkheid voor zijn kinderen dient te nemen. Na de herbouw van het Slot Zeist heeft Prins Claus het Slot heropend en dit thema aan de orde gesteld. Daarbij heeft hij laten weten dat Willem Adriaan op basis van die nieuwe wet - ik weet het niet precies - als een volwaardig lid van de Familie van Nassau wordt beschouwd. In dit verband denk ik ook nog terug aan die mooie zomeravond in augustus, kort voor het begin van de Wereldruiterspelen toen ik met Henk een rondje ging wandelen. "Kijk John, daar gaat Maitland", zei Henk. Ik wist niet wie "Maitland" was, maar in een later stadium heb ik vastgesteld dat de Baak door een heer Maitland is opgericht aan de hand van het boekje dat Henk mij heeft opgestuurd. Ik heb ook gelezen dat er in Londen een Anne Maitland woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen prinses Juliana in Ottawa vertoefde. Anne Maitland heeft twee zoons op de wereld gebracht. Zij wonen thans in Kenya. Het ziet ernaar uit dat ik weet wie de natuurlijke vader is van beide heren. Ik mag in ieder geval aannemen dat hij actief is, of is geweest voor het Wereld Natuur Fonds. Er valt immers nog veel te jagen in Kenya en het is altijd aardig om daar een safarivakantie te houden, zoals Annet Scheer regelmatig deed met haar familie toen wij nog samenwerkten ten behoeve van de Afdeling Bedrijfs Contacten. Als de heren Maitland bastaardzoons zijn van een lid van een koninklijk huis staat hen een schone toekomst te wachten, nu de Wet op de Adeldom is aangepast. Men heeft mij ooit eens gezegd "praat daar nooit over". Daarom schrijf ik het maar op. Want "wat je schrijft dat blijft" heb ik geleerd van mijn eerste vrouw. Wellicht doe ik daar de zoon van Prins Carlos Javier Bernardo de Bourbon Parma ook nog een plezier mee en ben ik niet voor niets in Madrid gaan stappen met het kindermeisje van zijn vader, Corthea Goeman Borghesius, familie van de paus. De familie de Bourbon is immers een tak van de familie de la Bruyère, mijn Franse bloedverwanten. In ieder geval ben ik blij dat ik me netjes heb gedragen in de afgelopen zeven jaar. Nu kan ik met een gerust hart aan een tweede huwelijk gaan denken, met een prinses of een koningin. Als zij die laatste titel niet heeft geef ik die zelf wel, zoals ik ook eens een keizerlijke titel heb vergeven aan een prinses. Daar kon geen enkele playboy tegenop. 19.20 Kom terug van het 'Instituto' aan het Domplein. Daar werd ik al iets vriendelijker ontvangen dan voorheen als "El Señor de esa Princesa Inglesa". "¿Cómo está? ¡Está Usted muy moreno! ¿Ha estado en España?" Het begint nu pas echt leuk te worden. Het zou leuk zijn als José María nog een keer op bezoek komt voordat ik naar Spanje vertrek met een nieuwe partner (al of niet). Daar kan Hans Wijers wel voor zorgen. Hij weet de weg. Hans van Mierlo ook natuurlijk, maar eerst bestel ik de kaartjes. Op 5 juni is er ook een voorstelling in het 'Instituto'. Sonja van Lier, sopraan, zingt dan liederen van Lorca en De Falla. Vandaar dat ik de volgende brief heb verzonden: RESERVERING. Ik heb op de enveloppe ook de spreuk Tien voor het huwelijk geplakt. Het lijkt mij immers een reële zaak als de Spanjaarden een bruidsschat leveren zodra ik een zakelijk huwelijk met hen aanga. Bijvoorbeeld door alles onder één dak te brengen op het Domplein. Vandaar dat ik mijn visitekaartje als Vice President van Instituto Cervantes Holding Ltd eveneens heb bijgevoegd, erop vertrouwende dat jij aan mijn verzoeken terzake hebt voldaan. Dinsdag 26 mei 1998. Ik werd vanmorgen al vroeg gebeld met het verzoek naar het ziekenhuis in Nijmegen te komen. Mijn jongste zoon haalt mij om tien uur op in Maarn. Maar ik vind het belangrijk om je dat nu al te laten weten. Als iedereen meewerkt zal ik mijn doel bereiken. Aangaande mijn tolerantie ben ik - naar mijn idee - al op de goede weg, door de 'concollega' op het Domplein te gaan bezoeken. Hetgeen blijkbaar wel op prijs wordt gesteld door de Spanjaarden. PLUS ULTRA dus. In zekere zin beschouw ik mij wel als jouw meerdere, ja. In leeftijd en ervaring. Maar ik heb altijd respect voor je gehad en dat heb ik nog steeds. Ik moet nu naar mijn vader. Ik reken dus op je. With Love, Hart van Nederland.

26 MEI 1998 HART VAN NEDERLAND