6 januari 1998. Betreft: Oproeping Kenmerk: JH/LH980106. Beste Liesbeth, Dit betreft de rechtzitting van 14 januari. De brief van 18 december vermeldt:

"U kunt getuigen en deskundigen ter terechtzitting meebrengen of hen bij aangetekende brief of deurwaardersexploit oproepen om ter zitting te verschijnen. U dient daarvan uiterlijk een week voor de zitting aan de rechtbank en aan andere partijen mededeling te doen, met vermelding van de namen en woonplaatsen van de getuigen en deskundigen".

Morgen is de laatste dag dat ik getuigen kan oproepen. Ik kan mij voorstellen dat het erg moeilijk voor je zal zijn als jij moet verschijnen. In dit verband vermeld ik het artikel in de Telegraaf van vandaag: Britten bellen massaal voor kaarten Althorp. In deze situatie heb jij natuurlijk mijn volledige steun. Alles wijst erop dat jij een goede relatie met Diana had. O.a. haar affiche op de Baak en je eigen Diana-programma. Ik kan mij ook voorstellen dat het voor jou moeilijk zal zijn als ik het volledige dossier van mijn Letters to Diana naar het Malaca Instituto stuur. Ik zal mij derhalve beperken tot het toezenden van mijn Certificate of Incorporation en enkele fragmenten uit mijn brieven aan haar. De jou bekende fragmenten. Dit om te voorkomen dat er met jou een relatie wordt gelegd die schadelijk kan zijn voor je positie. Nochtans roep ik je hiermede wel op om op de rechtzitting te verschijnen. Het reglement van de rechtbank vermeldt onder Artikel 8:62 (8.2.5.7)

1. De zitting is openbaar. 2. De rechtbank kan bepalen dat het onderzoek ter zitting geheel of gedeeltelijk zal plaatshebben met gesloten deuren: a. in het belang van de openbare orde of de goede zeden. b. in het belang van de veiligheid van de Staat, c. indien de belangen van minderjarigen of de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eisen, of d. indien openbaarheid het belang van een goede rechtspleging ernstig zou schaden. Ik heb met name in het belang van de veiligheid van de Staat en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van jou, de Minister van Justitie en de Familie Spencer verzocht de zitting geheel achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. Ik verzoek jou ter zitting te verklaren: 1. De door de Heer Van der Heyden ingebrachte stukken berusten op honderd procent waarheid; 2. De declaratie aan de Minister van Justitie is volledig terecht; 3. De Heer Van der Heyden heeft op basis van de toezeggingen gedaan aan The Princess of Wales recht op de algehele nalatenschap van Lady Diana Frances Spencer, Princess of Wales (Althorp 1-6-1961/Parijs 31-8-1997) ten behoeve van de ontwikkeling van de European Cervantes Foundation en Instituto Cervantes Holding Limited. De Princess of Wales was met de voorstellen van de Heer Van der Heyden accoord. Voorts verzoek ik je de rechtbank te melden welke van mijn verzoeken je hebt ingewilligd ten aanzien van de ontwikkeling van onze organisatie. Voor de goede orde hierbij nogmaals de gegevens van de terechtzitting: Procedure 97 / 2152 BELEI RO8 II G32. Tijd: woensdag 14 januari 1997, 11.00 uur. Plaats: Arrondissementsrechtbank Sector Bestuursrecht, Maliebaan 34, 3581 CR UTRECHT. Bij voorbaat hartelijk dank. Met vriendelijke groet, JOHN VAN DER HEYDEN. CC Arrondissementsrechtbank Utrecht: Procedure 97 / 2152 BELEI R08 II G32..

8 JANUARI 1998 ZAKENREIS, BRIEF AAN LIESBETH HALBERTSMA