30 december 1997. Betreft: 14 JANUARI 1998 Kenmerk: JH/LH971230. Beste Liesbeth, Dit is mijn voorlaatste brief aan jou van het oude jaar, waarin ik uiteraard even terugblik en weer vooruit. Bij 'lekkernijen' denk ik aan 'sweets', 'dulces', 'Dulcinea' dus. Dulcinea verdient inderdaad veel meer dan ik. Zij zal althans maandelijks meer ontvangen. Dat was al in NOORDWIJK zo, toen wij nog samenwerkten in elkaars aanwezigheid. Maar ik gunde het je van harte, omdat je het verdiende. Het zou leuk voor je zijn als je met je hoofd in de wolken verkeert. Dat is je al eens eerder overkomen, voor zover ik mij dat kan herinneren. Dat zijn momenten om te koesteren en echt van te genieten. Dat heb ik ook gedaan op 30 april van dit jaar. Dat was een heel bijzondere Koninginnedag. Lekker onderuit in de Eurostar naar Parijs. Vanuit Calais heb ik Peter toen nog gebeld. "Blijf op het rechte spoor", zei Peter. Dat heb ik ook geprobeerd met een snelheid van meer dan 300 kilometer per uur. Er waren wel extra veiligheidsmaatregelen noodzakelijk op het Gare du Nord. Ik had het halve vreemdelingenlegioen om me heen. Daar kan Mohamed Al Fayed nog wel iets van leren. De Franse spoorwegen werkten ook goed mee. Ze hebben de trein gewoonweg een uur laten stilstaan in St. Quentin om te voorkomen dat ik een uur onbeveiligd op het station van Roosendaal zou moeten gaan wachten. Ik kijk ook naar de wensen die in vervulling zijn gegaan. De belangrijkste wens die in vervulling is gegaan is dat ik jou weer heb gezien op de Baak. Ik hoop dat dat in het nieuwe jaar weer vaker gaat gebeuren. Ik zal niet te lief zijn voor mijzelf, maar wel voor jou. Ik snak inderdaad naar meer ruimte, zoals ik je heb geschreven. Hoe ik mijn leven op zijn kop kan zetten weet ik niet. Daar is waarschijnlijk weer een strandwandeling voor nodig, zoals op 5 januari 1991. Zeven jaar geleden dus. Ik doe het nu nog maar even met een foto van jou op mijn nachtkastje. Gisteren heb ik ook nog een brief geschreven naar Robert Rubinstein met de tekst: Foto. Het NRC van gisteren heeft dienaangaande ook een artikel van Jo Groebel, hoogleraar hier in Utrecht, met de titel:

'De gevoelige prinses en de authentieke prins'

Die 'authentieke prins' wordt niet met name genoemd, maar dat ben ik natuurlijk. Wellicht zal ik wel weer een keer geharnast en in de kleuren paars en oranje Warwick Castle binnenrijden, maar ik denk dat ik eerder nog maar enkele lessen ga nemen op een witte schimmel bij jou op het strand. Ik kan immers niet voortdurend blijven fietsen. Dat beeld heeft Lord Blake ook niet voor ogen. Wellicht kun jij mij daarbij helpen. Paardrijden is uiteindelijk jouw specialiteit en jij bent de enige die ik vertrouw op dat gebied. Het NRC van 24 december heeft ook nog een artikel met de titel Tot de dood ons scheidt, door Larissa Pans. Zij schrijft hierin

'De massale aandacht voor de dood van prinses Diana bijvoorbeeld vond ik wat overdreven. Zoveel rouw voor een persoon die zo weinigen persoonlijk kenden.'

Larissa kan daar inderdaad een goed oordeel over geven. Zij is voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond, mijn nieuwe buren hier in Utrecht. Terugblikkend op het oude jaar denk ik daarbij terug aan een zwoele zomernacht in augustus. Diana was inmiddels geschaakt door de Womeneater. In mijn appartement was het niet om uit te houden van de hitte. Ik ben eerst naar beneden gegaan en heb in het café een liter bier gekocht en ben nadien op het dakterras gaan zitten. Naast mij vond een vergadering plaats van de Landelijke Studenten Vakbond. Zij hadden wat problemen met de Minister van Onderwijs. Ik heb ze toen geadviseerd om eens met Tineke Netelenbos te gaan praten. 'Tineke kent mij goed' heb ik ze toen gezegd. Ik werk immers top down, want ik heb geen andere keus. Na Diana's overlijden lag er een omgewaaide kaars op het dak van de buren.

Ik had hen immers verteld dat ik Haar al een aanzoek had gedaan op 28 december vorig jaar. Het was dezelfde kaars van die warme nacht. Omgewaaid 'in the Wind'. Wie weet verdien ik volgend jaar toch wel net zoveel als jij. In het boek van Peter Ottenhoff lees ik een mooi gedicht.

Hiermee raakt hij het diepst van mijn wezen. Op Eerste Kerstdag maakte ik de autorit van Althorp naar Kensington met die gloednieuwe auto die mij is verstrekt door het bedrijf op de hoek van Hyde Park en Park Lane in Londen en ik zag al die mensen langs de kant staan op 6 september van dit jaar. Te wachten. Op iemand die haar plaats kan overnemen. Ik heb Peter geschreven:

"Je ontvangt hierbij mijn manuscript Letters to Diana, Princess of Wales met bijlagen alsmede met een kleurenkopie van de kerstkaart van Her Royal Majesty Queen Elizabeth II and the Duke of Edinburgh vanuit BUCKINGHAM PALACE. Dit is het Vijfde Koningshuis dat thans achter me staat en waarvoor ik mij verantwoordelijk voel. Tijdens de "kerstvakantie" heb ik dit manuscript aangeboden aan:

1. Koningin Elizabeth II te BUCKINGHAM PALACE met het verzoek dit vóór kerst op Sandringham te laten bezorgen;
2.
KENSINGTON PALACE, ten behoeve van The Office of Diana, Princess of Wales;
3.
The Prime Minister of the United Kingdom, 10 Downing Street London;
4.
Christie's 8 King Street, London, Lord Beaufort, Direct Contact of the Princess of Wales, on behalf of client number 361106 (partner of Diana);
5. The administrator of
King's College Cambridge;
6. The relatives of Diana, Princess of Wales,
Althorp House, Norhtamptonshire near Royal Leamington Spa;
7.
Reverend Rector David Brindley, St. Mary's Church, Warwick.

31 DECEMBER 1997 GOEDE VOORNEMENS