Nijmegen, 23 april 1996 Beste Tjitse, Hartelijk dank voor je brief van 18 april jl. Het doet mij deugd dat ik nog belangrijk deel van je denken uitmaak en vooral dat ik positieve ontwikkelingen in jouw levenssfeer en denkpatroon bespeur. Ook de mij toegezonden vertrouwelijke stukken geven aan dat je geen twijfels hebt over mijn persoonlijke integriteit. Hoewel ik het zeer druk heb met de ontwikkelingen rond het Instituto Cervantes Benelux, mijn energiebronnen het nog laten afweten en ik derhalve nu regelmatig op de tennisbaan (150 m. van mijn huis) vertoef, zal ik inhoudelijk op jouw punten ingaan. Ik stel hierbij wel vooraf dat er zich ontwikkelingen rond het Instituto Cervantes voordoen die als staatsgeheim aangemerkt dienen te worden en ik derhalve hieromtrent zeer terughoudend dien te corresponderen.

1. Ik vind het uitstekend dat je de heer Wilzing niet hebt geconfronteerd met allerlei inhoudelijke informatie die wij hebben uitgewisseld. Dit zou de situatie alleen maar verwarrender maken en ik denk dat noch jouw doel noch het mijne daarmee is gediend. 2. Hetgeen je noemt over de verschillen tussen Europa en Amerika neem ik graag van je aan. Ik heb mijn eigen visie en die draag ik ook graag uit. Ik ben nooit in Amerika geweest en ik hoop met mijn Beleidsplan Instituto Cervantes Benelux een goede bijdrage aan de Europese integratie te kunnen bieden. In mijn genealogisch onderzoek komt steeds sterker naar voren hoe zeer ons familiegeslacht aan onze Europese geboortegrond verbonden is. Zo heb ik thans een Frans boek onder handen van mijn Franse naamgenoot Jean de la Bruyère (de Franse familietak van de Van der Heydens). La Bruyère leefde van 1645 tot 1696, geboren in Parijs en o.a. door de leraar van de Franse kroonprins aangesteld tot schatmeester van de Groothertog van Bourbon. Van oudsher behoorde de familie dus tot de heersende klasse, hetgeen vooral door de Franse Revolutie teniet is gedaan. Aangaande jouw visie m.b.t. de heer Wilzing wil ik niet verder in discussie treden. Daar is mijn zaak niet mee gediend. Dit meld ik je hierbij inderdaad vanuit strategisch oogpunt. Het lijkt mij ook niet goed dat je mij allerlei ongevraagde adviezen geeft. Ik heb mijn eigen koers gezet en daarin moet ik zoveel mogelijk zonder externe beïnvloeding mijn eigen keuzes maken. Ik hoop dat je dat kunt respecteren. 3. Ik heb er geen belang bij om dat bevestigd te zien. 4. Hier wil ik verder ook niet meer over discussiëren. 5. Dat wil ik je wel uiteenzetten. Mijn voornaam en achternaam zijn in dit interview genoemd en kan in geheel Spanje en Latijns-Amerika zijn getaped. Voorts is mijn naam verbonden aan de merknaam 'Instituto Cervantes', waarmee ik op de eerste plaats al in directe concurrentie treed met het Koninkrijk Spanje. Ik denk dat er niet veel fantasie voor nodig is om je te kunnen voorstellen dat er onder die 300 miljoen latijnen zich personen kunnen bevinden die er behoefte aan hebben om mij van mijn voornemens te weerhouden. Ik heb geen 'bedreigende' uitlatingen gedaan. Ik heb in het interview inderdaad wel over Nieuw Elan gesproken, echter in positieve zin. Wat Maris betreft had ik op dat moment echter geen idee welk proces zich rondom hem afspeelde. Daar ligt dus wel een clue. Maar daar wil ik het hiermee wel bij laten. 9. Met 'waarschijnlijkheid', daar kan ik niets mee. Ik kan je niet meer vertellen dan ik weet en ik herhaal je dat de projectleiders zich in de projectleidersvergadering dienden te verantwoorden. Verder ben ik het wel met je eens en aangaande de handtekening van collega Halbertsma kan ik met je instemmen, dat zij haar verantwoordelijkheid als adjunct-directeur heeft genomen, maar ik herhaal daarbij: uiteraard op basis van hetgeen jouw projectleidster in de projectleidersvergadering heeft verklaard. Formeel gezien is dat bindend, ook voor mijn collega Halbertsma, wier integriteit ik niet in twijfel trek. 10. Die vragen wil ik wel beantwoorden: a. Dat weet ik niet, maar jouw suggestie lijkt mij echter ook aannemelijk. Ik heb aan die afbouw mijn medewerking verleend omdat ik de nare ervaring had bij mijn voormalige werkgever daartoe niet de mogelijkheid te hebben gekregen. Als je de deur dicht doet dien je dat op een zorgvuldige manier te doen en gezien ik inderdaad het beeld van de duikvlucht had trok ik het op mijn persoonlijke eer dat instituut een zachte landing te kunnen laten maken en daarbij elke vorm van zorgvuldigheid te betrachten. b. Neen, ik ben niet om de tuin geleid. c. Neen, ik ben als eerste van de financiële problematiek vertrouwelijk in kennis gesteld. Nogmaals, ik heb geen enkele reden om haar integriteit in twijfel te trekken. Zoals ik echter al in een van mijn eerste brieven heb gesteld was de enorme verantwoordelijkheid die op haar schouders rustte wel zeer zwaar, naar mijn mening zelfs bovenmenselijk. d. Ik weet niet waarvan Van Lede op de hoogte was. Ik deed gewoon mijn werk en probeerde dat zo goed mogelijk te doen en met de heer Van Lede heb ik nooit persoonlijk contact gehad. e. Dat weet ik niet. f. Dat ook niet. Maris was voor mij - zoals je weet - niet de allerbeste gesprekspartner. 12. Ik beschouw dit toch als een persoonlijke interpretatie. Misschien komt er ooit wel weer eens een tijd dat we elkaar weer treffen en dat zou ik best wel leuk vinden. Het is echter onwenselijk als persoonlijke zaken door bedrijfsgevoelige zaken heen gaan lopen. Ik neem aan dat je het daarmee eens bent. 14. Ik heb Boogaard niet glimlachend met Maris de Baak zien verlaten. Hij nam afscheid van Bisscheroux. 15. Waarom zou ik jou alles moeten meedelen? Je hebt inmiddels al meer dan 400 pagina's tekst ontvangen. Ik vind je een aardige jongen, maar mag ik a.j.b. wel een heel klein beetje privacy voor mezelf, Tjitse? 16. Het kan goed zijn dat mijn rode en zweterige gezicht het gevolg was van de medicijnen. 17. Tjitse, wat die 'genereuze beloningen' betreft, dat kun je onmogelijk van mij hebben gehoord. Ik heb een vrij goed geheugen, maar nogmaals hier weet ik echt niets van. Ga het Snippe maar zelf vragen. Je zit in Groningen zelf het dichtst bij het vuur. 19. De criminaliteit zal afnemen. Ik baseer dit op statistieken van de Nijmeegse politie. Je schetst inderdaad geen optimistisch beeld. Ik denk dat je dat wel moet doen. Dat geeft houvast, ook aan anderen en in jouw functie ben jij straks ook een gezaghebbend iemand. Ik hoop derhalve dat je in de toekomst een positief toekomstbeeld zult uitstralen dat navolging verdient. Ik sluit overigens niet uit dat adellijke families in de toekomst weer meer grip op de situatie zullen gaan krijgen. Ik vind onze koningin bijvoorbeeld een gezagsdraagster die een goede voorbeeldfunctie vervult hier te lande, maar ook elders. Aangaande de Europese Unie ben ik persoonlijk de visie toegedaan 'buitengrenzen dicht, binnengrenzen open', zodat het integratieproces binnen de Unie de gelegenheid wordt geboden zich in positieve zin te ontwikkelen en er nieuwe idealen voor onze Europese jeugd tot ontwikkeling kunnen worden gebracht. Daarin hebben wij een voorbeeldfunctie. Goed dat het Humanisme daarin voor jou een plaats heeft gevonden. 20. Daar kan ik geen oordeel over geven. Ik ben alleen verantwoordelijk voor mijn eigen daden. 21. a. Dr. M.F. van Lennep schrijft in zijn dissertatie van 1884 over het leven van Gaspar van der Heyden (1530-1586): "onder de adellijke stamhuizen van Brabant treffen we het Riddergeslacht Van der Heyden aan, welke leden wij reeds in de 14e eeuw aanzienlijke waardigheden zien bekleden. Het is zeer waarschijnlijk dat de predikant Gaspar afkomstig is uit het hoogadellijke geslacht aangezien in die dagen zeer weinige "gemene" en burgerlijke geslachten een toenaam of 'van' voerden, en het niet geoorloofd was de naam der edelen zich te mogen toeëigenen, en hij te Mechelen in Brabant geboren is in het jaar 1530, waar het edele huis Van der Heyden woonde en oorspronkelijk was." Vermoedelijk gaat mijn familietak op Gaspar terug. Ik zal dit verder laten onderzoeken. Mijn vader is overigens als lid toegelaten tot de Koninklijke Vereniging van Leden der Nederlandse Ridderorden waarbinnen ik hem bij volmacht zal vertegenwoordigen. Ik sluit zelfs niet uit dat Cervantes uit ons familiegeslacht afkomstig is. De Van der Heydens waren klaarblijkelijk de machthebbers van Henegouwen (Heydener gouwen) en Cervantes is in Alcalá de Henares, ofwel Alcalá der Henegouwers, geboren. Gaspar van der Heyden was overigens een persoonlijke vriend van Willem van Oranje en Marnix van Sint Aldegonde en grondlegger van de Nederlands Hervormde kerk. Mijn vader is uit die cultuur afkomstig. b. Ik ben ook wel een voorstander van een parlementaire enquête inzake de uitspraken van de heer Kray. c. Ik heb er nog geen beeld van, maar het is uiteraard een machtig instituut dat volledig door de Spaanse regering wordt gesteund en vestigingen door de hele wereld tracht te openen. Aangaande de door jou aangehaalde situatie kan ik je melden dat ik gisteren telefonisch contact heb gehad met de directeur van de thans in Utrecht geopende vestiging van het Spaanse Instituto Cervantes. Ik heb met hem de afspraak gemaakt dat ik mij wend tot de rechter en wij als vrienden gezamenlijk de rechtszaal zullen verlaten. Hiermee is het ijs gelukkig gebroken en kan ik vrijdag a.s. met een gerust hart tien dagen naar Salamanca ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het instituut don Quijote, dat ook uit de koker van Van der Heyden is voortgekomen. d. Hartelijk dank voor deze opbouwende denkbeelden. Er staat me inderdaad nog een grote hoeveelheid werk te wachten. Helaas zijn mijn financiële mogelijkheden nog te beperkt. Hiertoe heb ik ondersteuning van andere partijen nodig. Als ik die eerste betrouwbare samenwerkingspartner maar heb. Dan kan ik van start. e. De ontwikkelingen rond de Haarlemse RCID volg ik met belangstelling. Ik ben het met jouw opmerkingen eens. f. Geheel eens, vooral punt l. Het opbouwen van vertrouwen is echter een zwaar en langzaam proces. Ik zie de toekomst echter met veel vertrouwen tegemoet.

Ik ben voor jou zeer gelukkig met de mogelijkheid die jou waarschijnlijk in Suriname wordt geboden. Aangaande een verder vervolg van ons contact ben ik genoodzaakt mij thans beperkingen op te leggen. Ik denk dat ik alle vragen die voor jouw zaak van belang zijn naar eer en geweten heb beantwoord. Het lijkt mij goed dat je mij geen verdere vragen meer stelt, omdat ik de antwoorden in het vervolg toch schuldig moet blijven. Voor mij staat binnenkort een juridische krachtmeting met het Koninkrijk Spanje voor de deur en dat zal zeker veel energie en inspanning gaan kosten. Ik wacht echter nog een aantal processen af voordat ik tot actie overga. In dit licht bezien vind ik het wel belangrijk dat je mij op de hoogte blijft houden van de ontwikkelingen rond het proces dat je samen met Mr de Ruijter de Wildt gaat voeren. Bij voorbaat dank. Good luck.

5 MEI 1996 GELUKWENS AAN DE PRINS VAN ORANJE EN UITNODIGING INAUGURALE REDE VAN PROF.DR. PHILIPPUS BREUKER OP 31 MEI 1996