Nijmegen, 28 augustus 1994 Beste Tjitse, Dit weekend heb ik uitgetrokken om jouw stuk "NIEUW ELAN INTERNATIONAAL - ONTWIKKELINGSLANDEN" door te nemen. Ik vind het een indrukwekkend stuk. Degelijk en goed doortimmerd. Ik constateer echter een sterk verschil in toonzetting en - laten we zeggen - politieke visie in het eerste en tweede gedeelte. Je bent gestart vanuit je eigen cultureel antropologische inzichten en visies waarin je in algemene zin uitgaat van de culturen van ontwikkelingslanden. Je hebt voorbeelden aangehaald uit o.a. de samenlevingen van Zuid-Afrika, India en Sri Lanka. In het eerste gedeelte mis ik de aansluiting op de VNO-ideologie: het bevorderen van de ondernemersgeest in de derde wereld, selectie van leiders en andere human resources. Dit komt wel aan het eind aan de orde. In het eerste deel ben je m.i. enigszins te openhartig geweest in het ventileren van je persoonlijke belevingswereld. Ik kwam zelfs de naam 'Che Guevara' tegen. Dit deed mij denken aan mijn linkse kweekschooltijd, toen ik het Boliviaans Dagboek van 'Che' op mijn wereldliteratuurlijst had staan. Het Nederlandse bedrijfsleven (Maris/VNO) zal echter niet bijster enthousiast zijn geweest over opmerkingen als:

- Een verslechterde ruilvoet is veelal het gevolg: duurdere importen tegenover minder opbrengende exporten.
- Een voorwaarde voor ontwikkeling is het verdwijnen van het imperialisme.
- Het model voor 'mens' zijn ontleent hij aan de onderdrukker.
- De gekoloniseerden moeten bewust worden van het recht hebben op hulp, de kapitalistische mogendheden dat ze verplicht zijn te betalen.
- Eigen belang speelt zowel in de overheidssfeer als in de particuliere sector een belangrijke rol.

Je geeft een goed duidelijk overzicht van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid, maar je signaleert ook impliciet dat "onduidelijkheid in het ontwikkelingsbeleid" weinig houvast biedt voor het opstarten van een NE-project in de derde wereld. Stevens (blz. 32) van DHV is voor mij geen onbekende. Ik heb zijn visitekaartje. Hij heet Frits. De visie van DHV op het gebied van ontwikkelingssamenwerking vind ik overigens redelijk gezond. Mijn vriend Ir. Frits Winter heeft veel ervaring op het gebied van culturele tegenstellingen en de invloed hiervan op de ontwikkelingsprojecten van DHV. Hij heeft onderhandelingservaring met o.a. Chinezen, Japanners, Koreanen, Thailanders, Irakezen en Egyptenaren. Hij is zelf van Nederlands-Indische afkomst. Hij heeft mij ooit soortgelijke verhalen verteld als door jou omschreven op blz. 33. Zijn zoon Victor is een vriend van mijn zoon Mark. Zij hebben samen de Nijmeegse Vierdaagse gelopen. Ik geef je hieronder graag een persoonlijke feedback op passages uit het stuk (de pagina's tussen haakjes).

(34) "Het ontwikkelingsvraagstuk is boven alles een cultureel vraagstuk dat, naar mijn mening, het beste vanuit brede antropologische kennis en denkbeelden benaderd kan worden."

Dit uitgangspunt zal m.i. geen aansluiting hebben kunnen vinden bij de strategische beleidsdoelstellingen van De Baak/VNO.

(38) "Enkele werkgroepen, waarin de ministers van buitenlandse zaken en economische zaken en de werkgeversorganisaties (VNO en NCW) zijn vertegenwoordigd, inventariseren hoe het Nederlandse bedrijfsleven een rol kan spelen bij de ontwikkeling van arme landen, anders dan louter via export."

Wie was namens het VNO in die werkgroep vertegenwoordigd? Kun je dat contact niet oppakken door hem/haar van jouw rapport en je probleem in kennis te stellen?

(39) "...de kiezers moeten erop kunnen vertrouwen dat de 5 miljard per jaar aan belastinggeld ook werkelijk zo goed mogelijk voor de armoedebestrijding gebruikt worden"

vind ik hypocriet. Ik wil als kiezer niet dat mijn belastinggeld wordt gebruikt voor armoedebestrijding, maar voor een structurele verbetering van de economische positie van de ontvanger, waarbij het geïnvesteerde belastinggeld uiteindelijk weer aan onze eigen groei dient bij te dragen. Het terugstromen van 2/3 deel van de hulp is nog op zijn minst 1/3 te weinig. Ik wil ook weer een betaalde baan en jij ook. Door de term "eigenbelang" in je stuk op te voeren heb je aangegeven niet sterk van zins te zijn geweest de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven te dienen en het VNO mag wel verwachten dat een medewerker daartoe bereid is. Paragraaf 3.22 vind ik in dit verband niet handig.

(43) Ik kan goed begrijpen dat je Maris hebt geënthousiasmeerd met je brief van 6-11-88. In je beleidsstuk mis ik een directe aansluiting op de inhoud van die brief. Ik denk dat je meer succes met je stuk zou hebben gehad als je fragment 4.2 als uitgangspunt had gehanteerd. Paragraaf 4.3 sluit daar wel goed bij aan. Ik herken hierin ook de problematiek van Frits Stevens (DHV). Een van zijn belangrijkste aandachtsvelden is het opleiden van lokaal management. Ik denk dat Paul Voogt van het KIT er behoorlijk naast zit. DHV is al zeer lang actief in geheel Z.O. Azië (zie o.a. blz. 48). Uitstekende analyses van situaties in Indonesië en Suriname. Hoe weet jij of Maris (volgens jouw brief van 28-4-94) "geen flikker" met jouw rapport heeft gedaan? Ik belicht enkele passages uit blz. 555.

"... druggebruik en betrokkenheid bij cocaïnesmokkel van de Surinaamse legerleiding, met name Bouterse...." "Korthals Altes vroeg de Centrale Recherche Informatiedienst een onderzoek in te stellen naar de beschuldigingen, Voorhoeve wenste uitleg van Bukman over zijn ontkenning dat Nederlands ontwikkelingsgeld gebruikt werd voor aanvoer van cocaïne naar Nederland.... Olie op het vuur gooide ook een functionaris van de Amerikaanse narcotica-brigade die al eerder had gezegd dat Suriname een ideale plek is voor drugshandel, dat naar aanleiding van het proces in Miami tegen Boereveen, een Surinaamse legerkapitein en rechterhand van Bouterse." "Wellicht kunnen de heren Maris, Van Lede en/of Glaser NEI/VNO hulpverlening toezeggen." Wat had Erno de Bruijn in Miami te zoeken? Dat onderzoek van de CRI is er gekomen en Korthals Altes heeft er "geen flikker" mee gedaan. Ik hoop van harte dat jij die onderzoeksfunctie bij VROM krijgt. Ik denk dat je de Nederlandse overheid een goede dienst kunt bewijzen. Jouw actieplan is een bewijs van degelijkheid. Ik houd me nu verder bezig met de Vereniging Spaans op School. Ik word nog steeds afgetapt. Toen de penningmeester belde werd het gesprek direct na het noemen van mijn naam afgebroken. Ook mis ik sinds vrijdag de kopie van mijn brief van 15/8 aan het VBMO-bestuur. Dit was het weer voor dit weekend. Ik hoor graag meer van je. Hartelijke groet, Bij de OvJ van Amsterdam is ook al ingebroken en de computer weggehaald (Mr.J. Valente).

30 AUGUSTUS 1994 HOTEL WIENTJES IN ZWOLLE EN HET CERVANTESPLAN