Nijmegen, 5 mei 1994 Beste Tjitse, Ik ontving je brief van 1 mei jl. Op hetzelfde moment hebben we elkaar zitten te schrijven, wat voor mij een blijk van verbondenheid betekent. Hoe verschillend is echter de toonzetting van onze brieven. Ik hoop jou met mijn brief een hart onder de riem te hebben gestoken, maar ik voel wel met je mee. Ik begrijp dat je je miserabel en gesloopt voelt. Je zult ongetwijfeld een groot gevoel van leegte ervaren. Het gevoel een verliezer te zullen zijn. Het enige wat jou nu op de been moet houden is het geloof in jezelf en het geloof in je eigen krachten. Want onderschat die niet. Ik verval misschien in herhaling als ik zeg dat je dapper hebt gevochten, maar ik moet toch ook nog even denken aan die brief van maart vorig jaar waarin ik heb voorspeld dat als je gaat schieten je ook rekening moet houden met de terugslag. Op het moment dat je een mens dreigt zijn of haar belangen te schaden treden automatisch de afweermechanismen in werking. Ik heb dat al ervaren als onderwijzer op de lagere school. Als kinderen zich bedreigd voelden sloegen ze erop los. Ik trok die kinderen dan altijd uit elkaar en bewoog hen tot een gesprek om het probleem op te lossen. Zo zie ik een fundamenteel verschil in handelwijze tussen jou en mij m.b.t. het oplossen van een probleem. Jij en ik hebben in de periode 1988/'89 bij Nieuw Elan/de Baak ongeveer dezelfde problematiek gesignaleerd en ik heb geprobeerd dat probleem te tacklen in samenspraak met hen die voor dat probleem verantwoordelijk waren. Dat gaf zelfs Tjeb Maris de mogelijkheid mee te werken aan de oplossing van zijn probleem zonder daarbij zijn gezicht te verliezen. Ik heb gesignaleerd dat jouw reacties op de problematiek meer naar buiten waren gericht. Ook jij hebt je pijlen gericht op de zwakke plekken in de organisatie en daar is naar mijn idee een behoorlijke dreiging van uitgegaan. Mensen proberen zich daartegen te verdedigen en ik ben van mening dat ieder individu het recht heeft op zijn eigen manier zijn of haar belangen te verdedigen. Je hebt geschreven dat 'mismanagement' bij de Baak op velerlei terreinen plaatsvond. Ook dat moet nog worden bewezen. Het beeld dat ik nu - na veel meer inzicht te hebben verkregen - van de situatie heb is dat Tjeb Maris in 1986 op een leuke manier een nieuw project heeft opgestart waar veel belangstelling voor bestond. Het Nieuw Elan-project is jaren een groot succes geweest totdat het kabinet Lubbers-Kok zijn opwachting maakte. In 1988, het jaar waarin je sprak met VNO-Noord voorzitter Roelfzema (die jou voor Maris waarschuwde), is oud Baak-directeur Mr. J. van Dijk ernstig ziek geworden en in 1990 overleden. De heer Tjeenk Willink heeft toen enige tijd de kar getrokken en in die tijd is ook besloten om Nieuw Elan te verzelfstandigen. Of er hierbij sprake is van mismanagement trek ik in ernstige twijfel. De Baak staat natuurlijk bol van de management know how en het ligt voor de hand dat er binnen de organisatie alles aan werd gedaan om de organisatieproblematiek aan te pakken. Dat kon natuurlijk niet van de een op de andere dag en daarbij was de marktsituatie zeer gecompliceerd en onoverzichtelijk. Tjeenk Willink volgde Van Dijk op en in 1990 maakte hij plaats voor Lulofs. Hoe gecompliceerd een beleidsoverdracht is op dit niveau zal jou wel duidelijk zijn: zoveel hoofden zoveel zinnen en het rechttrekken van een moeilijke situatie waarin noodzakelijke reorganisaties moeten worden doorgevoerd is een proces van tijd, maar als dat proces op een zorgvuldige wijze wordt uitgevoerd zal een rechter naar mijn mening nimmer ontvankelijk zijn voor een beschuldiging van mismanagement. Ik denk dat het goed is dat wij eens goed kijken naar de posities die wij binnen dat proces vervulden, onze onderlinge relatie en de invloed die wij op elkaar hebben uitgeoefend.

In de tijd dat ik jou leerde kennen had ik geen enkel ander referentiekader dan mijn eigen ervaring en de situatie waarin ik mij op dat moment bevond. Jij bent het met mij eens dat mensen hun ideeën op andermans situaties projecteren. Dat geldt natuurlijk ook voor jou en mij. In de tijd dat ik jou van NOORDWIJK naar Amersfoort bracht - begin 1989 - bevond ik mij in een juridisch proces waarin advocaat Van Goethem mij mismanagement ten laste had gelegd. Die situatie heb ik ook op de Nieuw Elan-situatie geprojecteerd. Ik constateerde probleemsituaties bij de Baak/Nieuw Elan die nog veel groter waren dan bij mijn vorige werkgever. Ingeval jij de term 'mismanagement' van mij hebt overgenomen komt dat voort uit de uitspraken die advocaat Van Goethem in mijn richting heeft gedaan en de term hierdoor een eigen leven is gaan leiden. Alle reorganisaties die de Baak echter in de loop van de jaren heeft doorgevoerd geven aan dat het beleid was gericht op de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten en dat kun je moeilijk mismanagement noemen. Tjeb Maris was geen manager. Hij was een ideeëngenerator. En ik moet stellen dat ik zijn ideeën aanvankelijk erg sterk vond, met name op het gebied van 'Zelfmanagement'. Met behulp van die ideeën heb ik mijzelf in 1988 uit het zwarte gat getrokken. Maar de generator van Maris raakte oververhit, zoals de kernreactor van Tsjernobyl oververhit raakte, met alle gevolgen van dien. Mijn brief van 6 maart 1989 heeft daarin een signaalfunctie vervuld. Lulofs en Hortensius hebben een 'kernramp' kunnen voorkomen en ik heb hen daarbij geholpen. L. reageerde aanvankelijk geschandaliseerd toen ze met de situatie van najaar 1989 werd geconfronteerd. Ook zij reageerde vanuit de persoonlijke ervaringen die zij toendertijd, elders, had opgedaan en vanuit haar eigen normen- en waardenbesef. Dat geeft een 'culture-shock'. Zij is nadien echter gaan praten met alle Nieuw Elan-medewerkers en heeft zich als organisatiedeskundige een goed en compleet beeld gevormd van de problematiek die bij Nieuw Elan heerste. Omdat ik bedrijfskundig het meest volledige beeld had heeft zij haar eerste steun bij mij gezocht.

Jij schrijft in jouw brief van 1 mei "Helaas moet ik je meedelen dat ik besloten heb geen contact te zoeken met L., tenzij jij daar zeer grondige redenen voor hebt. Uiteindelijk staat haar handtekening onder de ontslagbrief. Daardoor is zij medeplichtig aan verwijdering, hoe weinig echte betrokkenheid er ook maar moge zijn geweest."

L. is niet medeplichtig aan jouw cursusverwijdering, maar medeverantwoordelijk daarvoor. L. was niet verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de cursusgroepen. Daar waren de projectleiders, in jouw geval José Ravenstein, verantwoordelijk voor. L. was verantwoordelijk voor de continuïteit van het bedrijf. Zij heeft blijkbaar geconstateerd dat er een conflict bestond tussen jou en José. Zij heeft in dat geval een keuze moeten maken en een beslissing moeten ondersteunen. Dat heeft zij gedaan als adjunct-directeur met de de facto-verantwoordelijkheid voor het bedrijf. Het is helaas een bittere constatering Tjitse. Maar de kaarten liggen niet anders. Uit de uitspraak van Rijpkema is gebleken dat zij juridisch niet onjuist heeft gehandeld: er was geen contract. Zij heeft zich niet bij jouw problematiek betrokken getoond. Dat klopt. Dat was ook niet haar taak. In het Rapport Functiewaarderingsopdracht van Osterloh & Bonnier Consult van januari 1990 zijn de taken en verantwoordelijkheden binnen de Nieuw Elan-organisatie geregeld. Management is delegeren van verantwoordelijkheden en de eigen plaats kennen. Voor jou is het zuur en bitter. Het ware beter geweest als jij en José op één lijn waren komen te zitten. L. heeft naar jou toe een realistisch beeld geschetst en geschreven

"Nieuw Elan als organisatie heeft haar beperkingen. Aldus zien wij geen kansen om jou te begeleiden in het verkrijgen van een stage/baan".

Vind je dat geen eerlijk statement? Ik zou het betreuren als je zou afzien van de op koninginnedag telefonisch gedane toezegging om een brief aan L. te schrijven. Je hoeft geen contact te zoeken, alleen na te trekken waar ze bij de Baak per post bereikbaar is en haar een brief te sturen. Ik heb daar inderdaad zeer grondige redenen voor. Die redenen liggen op het vlak van mijn keuzeproces dat ik hieronder caleidoscopisch weergeef. Wellicht treed ik in herhalingen, maar het is van belang duidelijk in beeld te hebben hoe dat keuzeproces voor mij is verlopen en wat de betekenis van L. daarbij is geweest. Tijdens mijn ontslagonderhandelingen tussen een vertegenwoordiger van de UNIE BLHP en Mr. Gijs van Amstel, in juni 1991, heeft Mr. van Amstel verzocht of mijn werkgeefster bij mijn keuzeproces betrokken zou mogen blijven. Ik heb daarin toegestemd.

In overleg met L. hebben nadien de volgende gesprekken plaatsgevonden:

- Hr. Ebbinge, Raadgevend Bureau Claessens (19 juni)
- Hr. Krijtenburg, Drake Beam Morin (DBM), (20 juni)
- Drs. Binkhorst, B&A (26 juni)
- Hr. Leeuwens, Van Ede en Partners (27 juni)
- Sake Halkema, HPM (28 juni)
- Cees de Jonge, EJK (4 juli)
- Hr. Maderna, Metacentrum (12 juli)

Nadat ik de heer Krijtenburg had gesproken in Den Haag (het toenmalige huis van Patty Brard aan de Javastraat) en ik L. telefonisch vertelde dat DBM goede contacten onderhield met de Baak en hij gesprekken had gevoerd met Lulofs, reageerde zij opgewonden met de kreet "John, hij liegt!!!". Ik heb me daarna op L.s advies gewend tot de heer Binkhorst van B&A, het loopbaanadviesbureau van Boer & Croon en partners, L.s vorige baas. De heer Leeuwens was toen directeur van Van Ede en Partners, waarbij Hetty Ganzevoort in dienst was. Naar Leeuwens' zeggen heeft Tjeb Maris veel van zijn ideeën bij Nieuw Elan toegepast. De heer Leeuwens had zeer veel belangstelling voor mij en heeft mij na het gesprek zelfs met zijn auto naar het station gereden. Met Sake Halkema kwam ik via PETER OTTENHOFF in contact. Deze man had Marianne Dagevos aan een goede baan geholpen nadat ik met Boogaard en de Vries had gesproken en Neuman Marianne Dagevos aan de kant had gezet, hoogstwaarschijnlijk i.v.m. haar rol in het NIOW/SBO-conflict. Cees de Jonge was Halkema's opvolger als 'outplacer' bij de SBO en de heer Maderna was een contact van Nelleke Westerhof, hoofd PZ bij de Baak, en is directeur geweest van het Ministerie van Economische Zaken. In het gesprek met de heer Maderna ben ik vooral getroffen geraakt door zijn verhaal over een buitenechtelijke relatie. Rond de tijd van mijn gesprek met Metacentrum kreeg ik van L. een briefje met de volgende tekst:

"John, Mogelijk adres via Nelleke Westerhof: de heer B. Schaake, Ned. Inst. voor Psychologie, 030-334143. Doet aan loopbaanbegeleiding -> check of dat is wat je wil? L.". Ik heb daarbij geschreven "Dir. belastingdienst, contact vanuit WVC".

In dat gesprek op 17 juli heeft de heer Schaake ongeveer twee kantjes vol geschreven met informatie die ik heb gegeven over mijn ervaringen met Tjeb Maris. Ik sluit niet uit dat Schaake een dubbelrol vervulde en tevens handelde als belanghebbende van de ministeries van WVC en Financiën. Zoals ik je al heb verteld heeft L. mij gevraagd de afspraken die ik met Schaake zou maken op papier te zetten en haar die te doen toekomen. Zij heeft nadien telefonisch contact met mij opgenomen om dat advies te checken, nadat zij dit naar haar zeggen met Schaake had doorgesproken. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat L. met name geïnteresseerd was in de verklaring die ik m.b.t. Maris' handelswijzen aan Schaake heb verstrekt. Ik ben met de heer Schaake geen overeenkomst aangegaan m.b.t. vertrouwelijke behandeling van de gegevens. Ik had er immers geen bezwaar tegen dat L. mijn verklaring onder ogen zou krijgen. Hoe het komt weet ik niet, maar deze keer heb ik geen kopie van deze brief aan L. gemaakt. Wellicht vanuit mijn grote vertrouwen in haar. In een later gevoerd onderhoud met haar heb ik nog naar een kopie van die brief gevraagd, maar zij kon zich die brief niet meer herinneren, naar haar zeggen. Ze heeft anders wel getoond over een feilloos geheugen te beschikken.

Nadat Schaake mij de prikkelende vraag had gesteld of ik "in" was voor een nieuw avontuur , gaf hij mij het volgende loopbaanadvies:

1. Starten met een part-time activiteit, bijvoorbeeld 20 lesuren Spaans in het dag/avondonderwijs of een activiteit in de vorm van een projectmatige aanpak. Dit bevordert zijns inziens gevoel van eigenwaarde.
2. Traject daarnaast opstarten.
3. Contacten leggen met potentiële partners, bijvoorbeeld uit VNO-kringen. Beeld vormen van relatiepatronen.
4. I.k.v. Spanjeplan denken aan cultuurtraining/talenproblematiek en bij EG informeren naar fondsen voor samenwerkingsprojecten.
5. Beginnen waar je thuis bent en dan grenzen verleggen, bijvoorbeeld taalcursussen voor managers die Spaans nodig hebben voor hun contacten met Spanje.
6. Daarnaast bouwen: marktverkenning. Scherpt ideeën aan. Dit geeft een realistischer beeld.
7. Schat de risico's goed in, met name op het gebied van samenwerkingsrelaties en financiën.
8. Mezelf de vraag stellen: ben ik eigenlijk wel een ondernemer? Ik heb bewezen te kunnen opstarten.
9. De behoefte vanuit de privésituatie is niet bepalend.

Daarbij de vraag stellen: Hoe kan ik de volgende slag met succes op eigen kracht maken. Het gehele verdere verloop m.b.t. mijn keuzeproces in relatie tot L. vind je gedetailleerd omschreven in mijn brief 33, blz. 143 t/m 175. Decisief in dit verslag zijn L.s woorden van 11 oktober 1991 op blz. 152, regel 16:

"Wanneer maak je je keus?

Begin bij jezelf. Bouw op niemand anders."

Ik denk dat ik je hiermee de zeer grondige redenen duidelijk heb aangegeven waarom ik vind dat zij moet weten hoe ik haar belang heb ondersteund, ook naar jou toe, terwijl wij geen enkel contact meer hadden met elkaar.

Op basis van bovenstaande dikgedrukte woorden

- heb ik mijn gezin ontbonden
- heb ik mijn huis verkocht
- heb ik een reis door Spanje gemaakt
- ben ik geconfronteerd geraakt met zwaarwichtige bedrijfsbelangen
- heb ik nationale belangentegenstellingen gecreëerd tussen Nederland en Spanje
- heb ik in mijn eentje een gevecht moeten leveren tegen een fascistische bende (in mijn ogen)

en:

- ben ik in een psychiatrische kliniek terechtgekomen omdat Nederland geen ander vangnet heeft voor de (mede)initiatiefnemer van erkend particulier onderwijs in Nederland

7 mei 1994

Ik reageer meteen op je telefoontje van vanmorgen 11.00 uur. Ik ben blij met je mededeling van Nijenhuis dat hij met je verder wil kijken naar het zoeken van een andere advocaat. Ik denk ook dat de jonge Rijpkema te groen is om het te kunnen opnemen tegen een geroutineerde advocaat als Gijs van Amstel en een 'advocaat van de duivel' als Joost van Goethem. De belangen liggen immers ook zeer hoog. Van Goethems vader Dick heeft mij - in mijn NIOW-tijd - immers laten weten dat hij regelmatig met Prins Bernhard ging golfen in Bilthoven en dat hij in het verleden het hof van Koning Juan Carlos frequenteerde. Er zijn blijkbaar grote Nederlands-Spaanse belangen in het geding, waarbij je niet moet vergeten dat Dick van Goethem - naar eigen zeggen - in het leger van Franco heeft gevochten. Koning Juan Carlos is aan het hof van Franco opgevoed en heeft na diens dood zelf de aanzet gegeven tot de democratische omwenteling die in Spanje heeft plaatsgevonden. Van Goethem en zijn zonen zullen in deze situatie ook moeten vechten tegen die schimmen uit het verleden. Volgens een bekende is Dick van Goethem in de oorlog 'fout' geweest en elk bericht hieromtrent naar buiten toe kan hem schaden en kan dus ook schade toebrengen aan ons koninklijk huis. Ik schrijf je dit om je nog meer inzicht in de netwerksituatie te verschaffen. Mede in verband met hetgeen ik je in mijn brief 52 heb geschreven t.a.v. mijn betrokkenheid bij de Nederlandse en Spaanse koninklijke families. Wat dacht je ervan als de koningin via het 'buitencircuit' te horen zou krijgen dat haar vader regelmatig ging golfen met een fascist? Het zou wel eens een tijdbom onder onze constitutionele monarchie kunnen betekenen en de Lockheed-affaire heeft het oranjehuis al genoeg geschaad. Zoals je in het telefoongesprek zelf al aangaf realiseer je je dat je er nu 'midden in zit'. Dat geldt voor jou en dat geldt voor mij. We kunnen nu niet anders dan elkaar verder ondersteunen. Wat niet wil zeggen dat jij je deelprobleem 'Maris' niet verder kunt oplossen. Ik denk dat je L. daarbij ook aan je zijde hebt, hoewel je je daar, vanuit je woede naar het verleden en haar betrokkenheid bij jouw cursusverwijdering, waarschijnlijk nog niet voldoende bewust van bent. L. is iemand die, net als jij en ik, situaties uitzoekt tot op de bodem. Niet alle situaties, maar die situaties waarmee zij zich bezighoudt. De rest delegeert zij aan anderen. Zij tekent haar brief van 1 september 1993 niet voor niets met "met vriendelijke groeten, L. Halbertsma". Het informele informatiesysteem werkt veel sneller dan de officiële media. Die informatie loopt vaak via de hoofden van kinderen en zowel E. als ik zijn ons er altijd van bewust geweest dat onze kinderen geen deel mogen gaan uitmaken van 'het probleem'. Daarin respecteer ik mijn ex-vrouw in hoge mate en mede daarom heb ik in mijn Baak-dienstverband in mijn gezin geen mededelingen aangaande mijn werk gedaan. Maar kinderen vangen wel dingen op en reageren spontaan. Afgelopen donderdag heb ik Ramon en Mark in Leersum opgehaald en heb me laten ontvallen dat Peter en L. een jaar hebben samengewerkt. Ramons spontane reactie was "godverdomme". Vervolgens vertelde Mark mij dat Henk en Gien Neuman een optie hadden op een huis in....Grouw. De stad van de Halbertsma's. De cirkel begint alweer aardig rond te komen. Wie wordt er nu door wie genaaid? Toen ik ooit ten huize van de familie Neuman voor het eerst de naam L. Halbertsma liet vallen viel mij een vreemde oogopslag bij Gien Neuman op. Zij vroeg mij toen de naam te herhalen en zei "Oh, L. Halbertsma!". Ten tweeden male heeft Henk Neuman profijt uit onze persoonlijke probleemsituatie willen trekken. Waarom wil hij nu per sé gaan wonen in de stad waar de naam Halbertsma een begrip is? Op 18 april 1993 schreef hij mij nog:

"Reeds enige tijd geleden hadden wij bij geruchte vernomen dat er kennelijk een andere vrouw dan E. een rol had gespeeld bij jullie beslissing om uit elkaar te gaan. Je moet van ons aannemen dat wij dit nog al verontwaardigd van ons afgewezen hebben. Wellicht meer omdat dat strijdig was (en is) met onze normen dan kennelijk met de normen welke bij Nieuw Elan gelden."

Ook ik ben boos en voel mee in jouw boosheid. Neuman heeft geprobeerd de zwarte piet bij mij en L. te leggen, terwijl hij zelf is begonnen zijn vriend met mij een gesprek te laten aangaan in het Turks bad van de sauna in VEENENDAAL, waarin hij zijn vriend moet hebben aangezet mij te polsen over hoe het zou voelen als L. verliefd zou zijn op mij. Zo'n sluwe vos is Henk Neuman. Er is nu een moment aangebroken dat er een interventie moet komen in deze situatie. Jan Wilzing kan L. geen brief schrijven omdat ik hem al betrokken heb bij een problematiek met een hoger belang en ik Jan als vriend niet wil kwijtraken. Het is al van groot belang dat hij, met zijn enorme inzicht in criminele netwerkconstructies, en zijn vrouw Hilde, die al jaren in de psychiatrie werkzaam is, hebben kunnen vaststellen dat ik vorig jaar geen onzin heb uitgekraamd en daarvan, middels hun positiebepaling jegens mij, ook van getuigen. Loek en Gert houd ik er liever buiten omdat zij - direct of indirect - contact hebben met E.. Het is zeer onwenselijk dat de informatie die jij van mij hebt gekregen - direct of indirect - weer bij E. - en dus de familie Neuman - terechtkomt. Ik heb volledig begrip voor het zware innerlijke conflict dat dit verzoek bij je oproept. Praat er eens over met Nijenhuis. Hij heeft zijn geheimhoudingsplicht en kan jou helpen je van je woedeprobleem af te helpen. Hoe eerder L. op de hoogte is van mijn steun aan haar achter de schermen, waardoor jij de Nieuw Elan-problematiek nog niet aan de grote klok hebt gehangen, hoe eerder er een eind kan komen aan de sluwe werkwijzen van 'Henry Nieuweling' en zijn zoon. Ik vind dat het belangrijk is dat L. zich 'ge-comitted' voelt aan jou en mij, want uiteindelijk heb ook jij besloten om de 'zaak Maris' nog niet in de publiciteit te brengen. En dat is een zeer groot offer voor jou geweest. Ik ben het met Nijenhuis eens dat jouw zaak geen 'pond suiker' is, maar dat het naar mijn mening om een mensenleven gaat en een zeer belangrijk mensenleven. Het is een diep gevoeld onrecht dat een vakbondsbestuurder zijn buurman een nieuwe stichting laat oprichten, daarin zijn zoon naar voren schuift, ernstige fouten maakt in ontslagonderhandelingen waardoor zijn cliënt een claim van drie ton aan zijn broek krijgt en beslaglegging op zijn bezittingen, waardoor het gezin onder de grote druk komt te bezwijken en hijzelf de voorzittersrol van zijn cliënt in gemelde stichting kan overnemen en door middel van intriges de verantwoordelijkheid van de spanningen en echtscheiding in de schoenen durft te schuiven van zijn cliënts nieuwe collega, waar hij zijn directeur vervolgens mee laat aanschuiven. Op die manier heeft hij geprobeerd mijn hele gezin op te offeren aan zijn strategische doelstellingen. Ik hoop dat het niet lang duurt dat je over je boosheid jegens L. heen bent, want hoe langer het duurt, hoe langer de familie Neuman haar spelletjes ten koste van hun voormalige buren nog langer kan voortzetten en straks aan tafel kan zitten met de familie Halbertsma in Grouw, waardoor jij en ik steeds verder in de verdrukking kunnen worden gebracht. Dit proces moet worden omgekeerd. Jij bent daarvoor de aangewezen persoon omdat jij als enige van al mijn informatie op de hoogte bent. Overleg dit goed met Nijenhuis. Het is goed dat hij ziet dat jouw probleem een maatschappelijk probleem is en hij kan jou informeren over de wijze waarop jij op een voor jou gezonde manier die problematiek kunt aanpakken. Ik vernam ook bij geruchte dat de dood van Ien Dales geen natuurlijke dood zou zijn geweest, maar dat het te maken kan hebben met haar kennis omtrent de IRT-affaire, als minister van binnenlandse zaken. Je ziet hoe gevoelig de zaak ligt. Ien Dales was een persoonlijke vriendin van mijn groepsgenote Cécile, vanuit de tijd dat Dales nog burgemeester van Nijmegen was. Cécile heeft de begrafenis in Utrecht en Arnhem persoonlijk meegemaakt. Cécile heeft slechts een keer belangstelling voor mij getoond en dat was in een sessie groepstherapie. Ik heb toen mijn problematiek m.b.t. L. uiteengezet en de gebeurtenissen rond koninginnedag vorig jaar. Cécile is toen een tijd met mijn probleem meegegaan en heeft aan het eind geadviseerd een advocaat in de arm te nemen. Kort daarop raakte zij geheel van streek en vertelde dat zij last had gehad van psychoses. Haar man, de burgemeester van Druten, heeft zich nadien intensief met het probleem Cécile/John beziggehouden, waarna Cécile uit de therapie is gestapt. Je bent je er waarschijnlijk niet direct van bewust, maar jij en ik samen beschikken over veel macht: kennismacht en relatiemacht. En daar moeten we zeer zorgvuldig mee omspringen. Ik denk dat jij en ik samen het begin van een nieuwe organisatie zijn. Hoe die er uit zal zien weet ik niet. Dat hangt van de verdere ontwikkelingen af. Maar ik denk dat het belangrijk is dat je je realiseert welke positie je momenteel in dit land inneemt. Je isolement is maar tijdelijk gekoppeld aan armoede, staatsafhankelijkheid, nihilisme en uitzichtloosheid. Het is tevens een kans geweest om verder te kunnen denken. Vorig jaar was ik in de Ardennen. Daar heeft mijn vriend, oud-kolonel Ab van Gorkum, een lezing gehouden over het Ardennen-offensief. Het was dezelfde dag dat ik met Jan Wilzing sprak over het "boeven vangen". Ab vertelde dat Hitler eind 1943 ziek was geworden. Hij zei toen: "En wat doet iemand als hij alleen thuis zit? Dan gaat hij nadenken." En zo heeft Adolf Hitler het Ardennenoffensief bedacht. Als hij toen in de voorste linies had gelopen, was hem dat niet gelukt. Ook Cervantes heeft zijn don Quijote pas kunnen schrijven toen hij in Sevilla in de gevangenis zat en in zijn leven zwaar beproefd was geweest. Je hebt veel gevoelens van eer en zelfrespect. Daarom hoef jij niet afhankelijk te zijn van de staat. Draai de zaak maar om. Laat de staat maar afhankelijk zijn van jou (en mij). De samenleving wordt gekenmerkt door 'middelmatigheid' (Arie van der Zwan, vriend van George Görtemöller). Volgens mijn zus wordt ook de Sociale Dienst van Nijmegen gekenmerkt door 'domheid'. Peters en Waterman schreven 'In search for excellence'. En daar hoor jij ook bij. L. weet dat ook en zij zal jou zeker steunen als zij weet dat jij aan mijn zijde staat. Als je schuldigen wilt straffen heb je mijn steun. Het lijkt mij echter van belang dat je prioriteiten stelt. Ik heb er bijvoorbeeld van afgezien om mij nog langer met het probleem Boogaard bezig te houden. Als hij fout is geweest wordt hij automatisch gestraft door mijn positiebepaling richting ministers van Justitie, Onderwijs en Wetenschappen en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Mijn informatie ligt bij de verantwoordelijke instanties nadat ik heb gekozen voor twee principes:

1. de verantwoordelijken voor de cocaïne- en heroïnehandel terugdringen tot in Zuid-Amerika en achter de Oeral;
2. de economie van West-Europa weer op gang brengen.

L. heeft mij bewust gemaakt van mijn positie binnen dit netwerk en de invloed die ik kan aanwenden. Ik hoop en vertrouw erop dat jij met al je goede kennis en inzichten op korte termijn ook zover bent dat je niet meer afhankelijk hoeft te denken en een afstand van 8000 km, die jou en Marijke scheiden, kunt relativeren.

De belangrijkste zin uit jouw brief van 1 mei is voor mij punt 4:

"Ik wil de energie die jij in dit project hebt geïnvesteerd belonen. Jij hebt mij waardevolle informatie verschaft waarvoor je vele uren research hebt verricht, kosten hebt gemaakt en de computer moest bedienen. Je hebt meerdere malen laten blijken dat je steun van mijn betrokkenheid ondervond, andersom was dit ook zo. Verschillende malen hebben jouw brieven mij uit een vacuüm getrokken; perioden waarin ik twijfelde of doorgaan nog nuttig was."

Ik ben blij met die opmerking. Waar ik naar streef is een goede relatie met Peter en met L., omdat zij beiden een "brother and sister in arms" zijn geweest door altijd eerlijk en openhartig tegen mij te zijn, in voor- en tegenspoed. Er zijn ook mensen die hiervan misbruik hebben gemaakt. De namen zijn je nu bekend. Op dat punt kun je nu verder in het kader van punt 3:

"In de derde plaats heb ik een grote behoefte om de schuldigen te straffen middels hen te confronteren met leugens en allerlei eigen tekortkomingen. Je kunt dit soort zaken niet toestaan als anderen zo sterk benadeeld worden."

Jij bent nu mijn derde strijdmakker. Het is goed dat je je realiseert dat antropologen dikwijls heel anders tegen recht aankijken en psychologisch onrecht veel meer in hun beschouwingen betrekken, waardoor je nu misschien ook wat genuanceerder tegen het Nederlandse rechtssyteem aankijkt en het verschil begint te zien met het systeem in Amerika. Wat dat betreft ben ik blij dat de 'circumstantial evidence' in Nederland minder zwaar weegt dan in Amerika waar onschuldigen soms zelfs ter dood worden gebracht ten gevolge van uit psychologische motieven geboren uitspraken van ondeskundige juryleden, die afgaan op geruchten. Toen ik door de rechter in 1989 was vrijgesproken van alle verzonnen beschuldigingen heb ik mijn overbuurvrouw, die zelf rechter was, spontaan midden op straat omhelst, omdat het Nederlandse recht had gezegevierd en de rechter - terecht - de oorzaak van de problematiek had teruggelegd naar de marktsituatie van 1983. Ik ben blij dat er hiervoor in Nederland knappe koppen zijn die zich hebben gespecialiseerd in de complexe materie van het rechtssysteem dat inderdaad dikwijls een klein deel van de gecompliceerde werkelijkheid betrekt. De studie rechten is hierdoor misschien gemakkelijker dan een studie antropologie, maar dit verschaft wel meer duidelijkheid en hierdoor wordt het risico van een rechterlijke dwaling kleiner dan naar mijn idee in Amerika het geval is. Ik vind het ook een goede suggestie van de heer Nijenhuis om de rechterlijke macht direct bij jouw problematiek te betrekken. Ten behoeve van de bescherming van mijn merkenrechten heb ik ook het advies ingewonnen bij een rechter waarmee ik persoonlijk goede ervaringen heb. Deze rechter heeft mij in contact gebracht met de advocaat die nu mijn merkenrecht beschermt tegen de belangen van de Spaanse overheid. Wil je de zaak juridisch nog verantwoord aanpakken dan kun je te maken krijgen met juristen als Mr. Van Goethem, Mr. Van Amstel en 'last but not least' Mr. Maris! Dit zijn natuurlijk niet de eersten de besten. Mr. Rijpkema heeft zich - jouw verhalen m.b.t. de Sociale Dienst nog eens nalezende - er met een Jantje van Leiden van af gemaakt en is blijkbaar niet op jouw fundamentele problematiek ingegaan.

Ik lees jouw brief van 1 mei verder en ben het met je eens dat er in Nederland weinig individuen zijn die echte verantwoordelijkheid durven te nemen. Om eerlijk te zijn durf ik dat op dit moment ook nog niet, of tijdelijk niet meer, omdat mij de energie ontbreekt. Maar ik heb op 3 mei wel gekozen voor een partij die mijn belangen als uitkeringsgerechtigde niet in directe zin behartigt en waarop ik nog nooit heb gestemd. Maar deze keer heb ik wel gekozen voor de partij die naar mijn mening de meest realistische visie heeft, de VVD. Volgens mijn oudste zoon Mark ben ik hierdoor een van de minst hypocriete kiezers van Nederland. Ik hoop niet dat wij hierdoor tot grote persoonlijke politieke tegenstellingen komen. Ik ben met name tot deze keuze gekomen omdat het evident is dat de nationale schatkist leeg is. Volgens Bolkenstein moet de overheid dit jaar 40 miljard, fl. 70.000,-, per hoofd van de bevolking lenen om de B.V. Nederland draaiende te kunnen houden. Wim Kok heeft dat beaamd. Op die manier stevenen wij regelrecht op een nationaal faillissement af. Daarom heb ik gekozen voor het algemeen belang boven het persoonlijk belang. We kunnen niet verdelen wat er niet is. Het zal eerst verdiend moeten worden. En in die zin zit ik weer op dezelfde lijn als in 1989 met Nieuw Elan en L.. We moeten eerst weer aan het werk om onze concurrentieverhouding te verbeteren en de rentabiliteit van onze gemeenschap. Dan kunnen we weer met recht een beroep doen op gemeenschapsgelden. Nu moeten er offers worden gebracht. Op bevrijdingsdag heb ik hierover met Mark en Ramon gesproken en ben met hen naar het oorlogsgedenkteken op de Grebbeberg gereden en hebben we er even bij stilgestaan dat op 10 mei 1940 Nederlandse jongens hun leven hebben geofferd om het machtige fascistische apparaat van de andere zijde van de grens tegen te houden. Jij en ik brengen wel offers, nu, grote offers. Maar wij zijn geen slachtoffers. Laat die misdadige wereld zijn eigen graf maar graven en erin begraven worden. Jij en ik moeten alleen nog even op het paard worden getild door mensen met de juiste ideeën en hetzelfde gevoel voor rechtvaardigheid. Daar hebben we elkaar voor nodig. Bedankt ook voor je reactie op mijn brief 48. Wanneer we praten over het "bouwen van dijken om de criminaliteit daarachter terug te dringen" denk ik aan figuurlijke dijken, barrières, zoals de Atlantische Oceaan, het Oeralgebergte en misschien wel de Alpen. Wellicht kan Berlusconi er ook een aantal in het thuisland ontvangen. Europol is niet voor niets in Den Haag gevestigd en bijvoorbeeld niet in Rome. Op het verlagen van de criminaliteit, afnemen van armoede en werkloosheid, afnemende onvrede, afnemende gevoelens van onmacht/controle over eigen bestemming etc. kunnen jij en ik een belangrijke invloed uitoefenen. Je creëert wat je zegt. Mensen zullen je geloven en handelen naar je woorden. Je macht is afhankelijk van je geloofwaardigheid. Je vindt jezelf een realist. Om eerlijk te zijn vind ik het afhankelijk denken. Negatief denken schept negativiteit. Positief denken creëert verbetering. Hoe groot de offers daarvoor ook kunnen zijn. Jan Palach heeft de wereldgeschiedenis blijvend veranderd door zichzelf te offeren. En zo zijn er nog wel meer figuren die jij ook kent. Ik denk dat de switch bij jou om moet. Dat je jezelf een rijk toekomstbeeld voorschotelt. Je hebt je in je leven veel doelen gesteld, studies met succes afgerond, een onderneming gerund, met vreemde culturen kennis gemaakt, ingrijpende persoonlijke veranderingen het hoofd geboden, etc. etc. Misschien kun je zelf wel een politieke partij oprichten. Als je al ziet welke invloed de woorden van Tjeb Maris op jou hebben gehad, dan kun je je er misschien een voorstelling van maken welke invloed jij kunt hebben als je de situatie omdraait. Jouw woorden hebben meer macht dan jij je realiseert. Je behoort tot de bovenlaag van de bevolking, maar je bent je er niet meer van bewust door de omstandigheden waarin je verkeert. Als je jezelf in dat opzicht verandert, veranderen ook je omstandigheden. Je hebt gezien in welke deplorabele toestand ik heb verkeerd, maar ik ben me er zelf van bewust dat ik zelf verantwoordelijk ben voor die situatie en dat ook mijn gevecht uiteindelijk zijn vruchten gaat afwerpen. Het is nu nog slechts een kwestie van tijd. Ik heb geloof gehecht aan het advies van L. en ga ervan uit dat zij ook gehinderd is geweest door de omstandigheden om contact met me te houden. Ze heeft alleen een stukje feedback nodig. Wat de computerinbraak betreft weet ik niet of er vingerafdrukken zijn genomen. Het lijkt me voor de hand liggend, maar ik kan het me op dit moment niet meer herinneren. Ik vond nog wel een visitekaartje van de gemeentepolitie Haarlemmermeer, telefoon 02503-72222, burg. Pabstlaan 7, Hoofddorp. De agenten waren R. Aarts en G.T. Prins. Ingeval het voor jouw zaak van belang is zou ik hen eens bellen. Ik begrijp je behoefte aan het grijpen naar paardemiddelen. Het lijkt me niet goed om vals te worden, ondanks de condities, gelet op het bovenstaande. Misschien weet ik wel een manier om - veel - geld te verdienen. Paul Karis heeft mij vorig jaar rond deze tijd uitgenodigd voor een bijeenkomst met een groep mensen waarmee veel geld te verdienen viel. Ik heb in verband met de toenmalige ontwikkelingen te elfder ure hier van afgezien. Misschien kan hij wat voor jou betekenen. Paul heeft met jou gemeen dat hij, voor zijn oprichting van het Institute of English Studies, ook in Canada heeft gewoond. Neem eens contact met hem op. Ik heb een vertrouwensrelatie met Paul, maar hij weet niets van mijn contact met jou. Ik ontving vanmiddag ook je brief van 5 mei. Ik heb daar hierboven al voor een groot deel impliciet op geantwoord. Jouw beschrijving van de Nieuw Elan-organisatie vind ik zeer realistisch en de beschrijving van de oorzaken van jouw nachtmerrie eveneens. Dit strookt geheel met mijn opvatting dat jij bij de bovenlaag van de Nederlandse bevolking thuishoort. Hoe misleidend was in die tijd echter ook de voorlichting van de Nederlandse universiteiten. Ook de academische hoogwaardigheidsbekleders hadden nauwelijks een beeld van de toekomst van academici. Het groeide en groeide en groeide, maar elke prof keek niet verder dan zijn eigen grens, zijn eigen horizon. Slechts Daniëlle Roex heeft mij ervan kunnen overtuigen dat die werkelijkheid achter die horizon anders is dan de subjectieve beleving van de werkelijkheid. Je kunt hen daarvoor niet verantwoordelijk stellen. Ieder mens heeft zijn eigen toekomstbeeld en probeert dat uit te dragen, maar met de beperkingen van de tunnelvisie wordt iedereen geconfronteerd. Jouw ex-vrouw heeft ook ontzettend veel meegemaakt. Haar carrièreplannen mislukten na het halen van haar MO-A Engels en jullie hebben daarna in Canada hard gewerkt en liefdevol iets opgebouwd waaraan jij nu nog liefdevolle herinneringen hebt. Jullie waren een liefdevolle, nucleaire eenheid. Een van de meest elementaire vormen van groei is celdeling. Een cel breekt in tweeën en er ontstaat nieuw leven. Die cellen gaan ook nieuwe bindingen aan, maar de meest elementaire binding, die van de liefde, blijft bestaan. Remko en Marijke houden nog van jou en dat is het meest fundamentele, ondanks de 8000 kilometer die jullie scheiden. Mijn ontmoetingen met Ramon en Mark zijn steeds opnieuw een feest, maar ik kan, ondanks alles wat er is gebeurd, toch met respect terugdenken aan E.. Zij besefte niet in welke positie zij verkeerde in haar relatie met mij. Het is een kwestie van tijd vooraleer dat bewustzijn groeit. Ik denk dat zij nu iets begint te beseffen, waardoor ze weer voorzichtig toenadering heeft gezocht. Maar ik voel mij niet meer afhankelijk van haar en een relatie bestaat voor mij niet alleen uit sex. Ik heb nu hogere waarden in mijn leven leren kennen. Ik hoop voor jou dat jij er nu ook zo tegenaan gaat kijken, dat je je realiseert wat een schat aan kennis en ervaring je met je meedraagt. Je weet dat ik je begrijp en aanvoel en wacht even tot je woede is bekoeld, zodat je intelligentie het weer wint van je emoties en we samen verder kunnen.

Plus Ultra!

Houd je goed en sterkte,

P.S. 1.
Gezien de inhoud van deze brief heb ik hem aangetekend verzonden, zodat hiermee niet hetzelfde gebeurt als met mijn brief nr. 40. Ik adviseer je vanaf nu ook al je confronterende brieven aangetekend of met ontvangstbevestiging te versturen, zodat je nooit meer te horen krijgt dat een bericht niet is aangekomen of dat je stukken zijn onthouden.

P.S.2.
L. heeft ooit eens gezegd:
"Ik laat John niet voor joker gebruiken!". Ik ben benieuwd of zij mij ook niet door Henk Neuman voor joker laat gebruiken.

P.S.3.
Als bijlage ontvang je van mij hierbij - als eerste - een afschrift van mijn op 21 april vorig jaar aangetekend verzonden brief aan Henk Neuman. Ik heb hem verder gespaard ter wille van mijn kinderen, maar hij staat dik bij mij in het krijt, zoals je nu zult lezen.

8 MEI 1994 HET STERREBEELD MAAGD